2.1 Hoe geef jij je geld uit?

• Economie
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 4

H2 Geld genoeg

§ 2.1 Hoe geef jij je geld uit?

§ 2.2 Ga je sparen of beleggen?

§ 2.3 Wie leent, maakt schulden

§ 2.4 Geld moet rollen!

In deze les leer je:

- welke drie soorten uitgaven er zijn;

- hoe je een budgetplan (begroting) opstelt;

- omrekenen van maand naar week en ao

- hoe je een reservering berekent.

GOAL!

Die soorten uitgaven

1. Dagelijkse (huishoudelijke) uitgaven
   
2. Vaste lasten
   
3. Incidentele uitgaven
   

Uitgaven die je betaalt van het huishoudgeld (bijv. eten, drinken, tandpasta, klein kadootje)

uitgaven die iedere periode (bijv. per maand per kwartaal) terugkomen (bijv. gas en elektriciteit, woonlasten, verzekeringen, contributies, abonnementen)

grotere uitgaven die je niet zo vaak doet of die niet regelmatig zijn en waarvoor je moet sparen (bijv. kleding, meubels, vakantie)

NIBUD

• NIBUD= Nationaal Instituut voor BUDgetvoorlichting. Zij geven voorlichting over hoe je geld om kan gaan
  
• Budgetteren= inkomsten en uitgaven voor de komende periode op elkaar afstemmen (oftewel een budgetplan maken...)
  
• Budgetplan= begroting= overzicht van inkomsten en uitgaven voor komende periode
  

Maand naar week en andersom

Bij omrekenen van week- naar maandbedragen NIET x4!!!!!

WEL!!!: x52:12

Bij omrekenen van maand- naar weekbedragen NIET :4!!!!!

WEL: x12:52

Bij een kwartaal (= 3 maanden) mag je wel :3 doen om per maand te krijgen (en x3 om van maand naar kwartaal te gaan)

Van kwartaal naar week doe je x4:52 en ao x52:4

"Uitkomst" van een begroting:

Een TEKORT --> Minder inkomsten dan uitgaven

EEN OVERSCHOT --> Meer inkomsten dan uitgaven

SLUITEND (of: "in balans") --> inkomsten en uitgaven zijn gelijk

Wat kun je doen bij een TEKORT?

3 mogelijke oplossingen bij een tekort:

1.  Inkomsten vergroten

2. Bezuinigen (= uitgaven verminderen)

   Let op! Je kunt niet meteen op vaste lasten  

   bezuinigen (i.v.m. opzegtermijnen etc.).

3. Geld lenen (als het echt niet anders kan).

Reserveren

Betekenis

• Geld opzijzetten (sparen) om hier later grote of onverwachte uitgaven mee te betalen.   
• Je reserveert vooral voor incidentele uitgaven.

1

Formule

Reservering per maand = benodigde bedrag : aantal maanden 

2

Reserveren

Opgave

Sophie wil over twee jaar een scooter van € 2.100 kopen. Voor haar oude scooter ontvangt ze nog € 300. Hoeveel moet ze per maand reserveren? 

3

Antwoord

(2100 - 300) : 24 = € 75

4

Opgave 11 (blz. 45)

a  De nieuwe auto kost over drie jaar: € 19.900 + 20% = 

    € 19.900 + (0,2 × € 19.900) =  € 19.900 + € 3.980 = € 23.880

    

    Benodigd bedrag: € 23.880 – € 12.500 = € 11.380

  

    

 

 

Opgave 11 (blz. 45)

a  De nieuwe auto kost over drie jaar: € 19.900 + 20% = 

    € 19.900 + (0,2 × € 19.900) =  € 19.900 + € 3.980 = € 23.880

    

    Benodigd bedrag: € 23.880 – € 12.500 = € 11.380

  

    Reservering: € 11.380 ÷ 36 maanden = € 316,11 per maand.

 

 

Opgave 11 (blz. 45)

b  In 3 jaar rijdt hij 3 × 15.000 km = 45.000 km

    Benodigd bedrag: € 23.880 – € 12.500 = € 11.380       (zie 11a)

    € 11.380 ÷ 45.000 km = € 0,252...  -->  € 0,26 per km.

 

 

Opgave 11 (blz. 45)

b  In 3 jaar rijdt hij 3 × 15.000 km = 45.000 km

    Benodigd bedrag: € 23.880 – € 12.500 = € 11.380       (zie 11a)

    € 11.380 ÷ 45.000 km = € 0,252...  -->  € 0,26 per km.

    

 

 

Wat heb je geleerd?

Wat heb je geleerd?

Wat is budgetteren?

1. inkomsten laten toenemen
2. uitgaven en inkomsten afstemmen
3. minder geld uitgeven
4. geen geld uitgeven

Juist of onjuist?
Een begroting maak je altijd
van te voren.

1. Juist
2. Onjuist

Juist of onjuist?
Huishoudelijke uitgaven worden ook wel dagelijkse uitgaven genoemd.

1. Juist
2. Onjuist

Tot welke groep uitgaven behoort de aankoop van wasmiddel?

1. Totale uitgaven
2. Huishoudelijke uitgaven
3. Vaste lasten
4. Incidentele uitgaven

Tot welke groep uitgaven behoort je abonnementskosten van je telefoon?

1. Totale uitgaven
2. Huishoudelijke uitgaven
3. Vaste lasten
4. Incidentele uitgaven

Hoe noemen we het geld opzij zetten (voor incidentele uitgaven)?
Een ander woord voor 'sparen' is ...

Timo geeft € 5 per week uit aan snacks. Hoeveel is dit per maand?

1. € 20
2. meer dan € 20
3. minder dan € 20

Begroting (= budgetplan)

Een overzicht van je verwachte inkomsten en verwachte uitgaven voor de komende periode

Budgetteren

het afstemmen van je inkomsten en je uitgaven, zodat er geen tekorten (of overschotten) ontstaan

Vaste lasten

Vaste lasten zijn kosten die elke periode terug komen.

Wanneer je een eigen woning hebt (huur of koop), zijn er  regelmatig terugkerende kosten.

Denk bijvoorbeeld aan:

• Hypotheek of huur
  
• verzekeringen (inboedel en opstal)
• riool- en afvalstoffenheffing
• waterschapslasten
• elektrciteit, gas en water
• telefoon, tv en internet