TH4G week 6

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Nederlands

5 februari

Programma

- Waar zijn jullie gebleven?

- Toetsen en leesverslagen

- Herhaling eerste theorienummers

- Opdrachten maken

Waar zijn jullie gebleven?

- Vier leesverslagen en een literatuurlijst

- Toets lezen blok 2, toets lezen blok 3

- Betogende presentatie

- Betoog schrijven

Komende toetsweek

Lezen blok 2:

- Theorienummers bij blok 2

- Toepassen op de teksten

Staat in Magister!

Opdracht (10 minuten)

Pak theorienummers 32 en 33 erbij van lezen blok 2.

Of op je laptop of uit je boek, het maakt niet uit.

Lees de theorienummers door. Maak aantekeningen terwijl je leest. We gaan hierna een korte quiz doen.

Quiz GoFormative (15 minuten)

Ga naar de classroom en log in met je schoolemail op GoFormative via de link. 

Je test je kennis met de quiz. We gaan de antwoorden kort bespreken.

Opdracht (20 minuten)

Lees tekst 8 bij opdracht 8 van lezen blok 2.

Kijk daarna voor jezelf: waar ben je met lezen blok 2?

Wat heb je gemaakt? Maak de opdrachten van lezen blok 2 af.

Wat moet je nog doen voor de toetsweek? Vat theorienummers samen

Nederlands

6 februari

Programma

- Korte quiz theorienummers

- Quiz bij de tekst maken met GoFormative bij tekst 8

- Vrijdag: leesuurtje en werken aan je leesdossier

Alinea's worden altijd met elkaar verbonden met behulp van signaalwoorden.

1. Juist
2. Onjuist

De woorden tevens, verder, bovendien en tot slot geven een opsommend verband aan.

1. Juist
2. Onjuist

De woorden zo, bijvoorbeeld, ter illustratie en namelijk geven een toelichtend verband aan.

1. Juist
2. Onjuist

Bij het schrijven van een tekst breng je verband aan tussen zinnen en alinea's door signaalwoorden en verwijswoorden te gebruiken.

1. Juist
2. Onjuist

Een anekdote en de aanleiding kun je zowel in het begin als in het middenstuk van de tekst aantreffen.

1. Juist
2. Onjuist

Het slot van de tekst heeft functies als afweging, toekomstverwachting of aanbeveling.

1. Juist
2. Onjuist

In het middenstuk vind je vaak de bewijsvoering en de probleemstelling.

1. Juist
2. Onjuist

Sommige functiewoorden, zoals theorie -toepassing en oorzaak - gevolg komen vaak samen in een tekstgedeelte voor.

1. Juist
2. Onjuist

De begrippen bewering en constatering zijn synoniemen.

1. Juist
2. Onjuist

Een karakterisering zul je regelmatig op het einde van de tekst tegenkomen.

1. Juist
2. Onjuist

Opdracht (30 minuten)

Maak de quizvragen in GoFormative. 

- Wat vind je nog lastig?

- Welke theorienummers moet je nog leren?

- Heb je het gevoel dat je de tekst begrijpt?

- Klopt dat ook aan de hand van de antwoorden?

Nabespreken quiz

- Theorienummers

- Structuur

- Tips

- Vragen?