lijdend voorwerp - meewerkend voorwerp - onderwerp

• Taal
• Basisschool
• Groep 8

Inhoudswoorden!

- Onderwerp

- Lijdend voorwerp

- Meewerkend voorwerp

Het onderwerp

Wie (of wat) + gezegde

Een groep nieuwe klasgenoten staat bij het hek.

Wat is het onderwerp in deze zin?
Pietje geeft zijn vriend een grote taart.

Ze geven Dirk een eng gevoel.

Lijdend voorwerp

Wat (of wie) + gezegde + onderwerp

Ella geeft haar telefoonnummer aan Shanti.

Wat is het lijdend voorwerp?
Hij bezorgt haar een goede fiets.

wat is het lijdend voorwerp?
De leraar gaf de leerlingen een interessante opdracht.

Meewerkend voorwerp

Aan wie + gezegde + onderwerp + (lijdend voorwerp)

De leraar gaf de leerling een compliment.

Wat is het meewerkend voorwerp?
Mijn moeder vertelde ons een spannend verhaal.

Wat is het meewerkend voorwerp?
De chef serveerde de gasten een heerlijk diner.