241128 Werkwoordspelling §11/§12/gehele uitleg + Gramm WS §2 oefenen

Welkom H2a!
Deze spullen heb ik nodig:

  • pen
  • iPad
  • spiekbrief
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 24 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Welkom H2a!
Deze spullen heb ik nodig:

  • pen
  • iPad
  • spiekbrief

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen?
  • Stil lezen (10 min)
  • Spellingsregels: alle 7 vormen (25 min)
  • Samengestelde zinnen + gebiedende wijs (20 min)
  • Grammatica woordsoorten: meer oefenen (15 min)
  • Evaluatie (5 min)
timer
10:00

Slide 2 - Diapositive

Mededeling
SO werkwoordspelling (telt 1x mee)

Dinsdag 16 december

Slide 3 - Diapositive

PVTT
Persoonsvorm:
Dat is het enige werkwoord in een zin waaraan je kan zien of het nu gebeurt of in het verleden.

Ik ben boos.
Ik was boos.

Ik ben naar huis gelopen, want mijn fiets is gestolen.
Ik was naar huis gelopen, want mijn fiets was gestolen.

Slide 4 - Diapositive

PVTT
Persoonsvorm in de tegenwoordige tijd (nu):

  1. Je gaat eerst op zoek naar de ik-vorm.
    Hele werkwoord - en.
werken - werk
vinden - vind
liggen - lig
lopen - loop




Slide 5 - Diapositive

PVTT
Persoonsvorm in de tegenwoordige tijd (nu):

2. Over wie gaat het?

ik loop

jij loopT
hij/zij/het loopT
loop jij
wij lopen




Slide 6 - Diapositive

PVVT > sterke werkwoorden
Sterke werkwoorden:

Ik zwem > ik zwom

Ik loop > ik liep

Ik val > ik viel

Slide 7 - Diapositive

PVVT > zwakke werkwoorden





  • 't ex-kofschip
  • 't sexy fokschaap
Betalen

Ik 
Hij/zij/het
Wij
Werken

Ik
Hij/zij/het
Wij

Slide 8 - Diapositive

PVVT - zwakke werkwoorden





  • 't ex-kofschip
  • 't sexy fokschaap
Verspreiden

Ik 
Hij/zij/het
Wij
Hoesten

Ik
Hij/zij/het
Wij

Slide 9 - Diapositive

INF + VD
Voltooid deelwoord (VD): handeling is afgerond (voltooid), - staat een vorm van hebben, zijn of worden bij: 

Is de laatste letter een d/t? Gebruik dan 't x-kofschip als hulpmiddel.

  • Ik heb gegeten.
  • Ik heb gerend. 

Infinitief (INF): in combinatie met een ander werkwoord (niet hebben, zijn of worden)
  • Ik moet eten.
  • Ik wil rennen.

Slide 10 - Diapositive

GW
Een werkwoordsvorm (gw): Geeft een bevel of instructie

Niet duidelijk aan wie (er is geen duidelijk onderwerp in de zin).

Schrijf de ik-vorm

  • Stop daarmee.
  • Droom zacht!
  • Denk eens even met me mee.

Slide 11 - Diapositive

OD
Onvoltooid deelwoord (OD): handeling is aan de gang (onvoltooid)

Een onvoltooid deelwoord is geen onderdeel van het werkwoordelijke gezegde. Het geeft vooral aan op welke manier iemand iets doet.

spelling: hele werkwoord + d

  • Wij gaan fietsend naar school.
  • Glimlachend kwam de leraar binnen.

Slide 12 - Diapositive

BN
Bijvoeglijk naamwoord (BN): Zegt iets over een zelfstandig naamwoord. 

We kunnen werkwoorden ook als bijvoeglijk naamwoord gebruiken. Het is dan GEEN werkwoord meer. Het geeft GEEN actie meer aan.

Spelling: Zo kort mogelijk
 
Van een VD/OD op een d/t:  +e                           De verbrande boom. De lopende band.
Van een VD op -en: gewoon op +en                 De gelopen race. 

Slide 13 - Diapositive

Oefenen
Noteer VORM en SPELLING:

  1. Robin ...... (focussen) zich nu op haar carrière.
  2. Het muziekfestival is helaas ..... (cancelen).
  3. Ik zag een film met veel .... (crashen) auto's.
  4. Ik ..... (lezen) graag boeken die waargebeurd ..... (zijn).
timer
3:00

Slide 14 - Diapositive

Wat gaan we doen?
  • Stil lezen (10 min)
  • Spellingsregels: alle 7 vormen (25 min)
  • Samengestelde zinnen + gebiedende wijs (20 min)
  • Grammatica woordsoorten: meer oefenen (15 min)
  • Evaluatie (5 min)

Slide 15 - Diapositive

Leerdoel

Ik kan de persoonsvorm in een samengestelde zin vinden.

Ik kan de persoonsvorm in een samengestelde zin correct spellen.

Slide 16 - Diapositive

Werkwoordspelling §11
Samengestelde zinnen?

Ik heb honger.
Ik heb geen geld om eten te kopen.

> Ik heb honger, maar ik heb geen geld om eten te kopen

Slide 17 - Diapositive

Werkwoordspelling §11
Samengestelde zinnen?

De jongen heeft iets besloten.
Hij gaat stoppen met voetbal.

> De jongen heeft besloten dat hij gaat stoppen met voetbal.

Slide 18 - Diapositive

Werkwoordspelling §11
Samengestelde zinnen?

De jongen is vriendelijk.
    Extra informatie over de jongen: hij loopt daar

> De jongen die daar loopt, is vriendelijk

Slide 19 - Diapositive

Werkwoordspelling §11
Persoonsvorm vinden:
Er zijn twee GOEDE manieren:

  1.  De hele zin van tijd veranderen > verleden tijd/tegenwoordige tijd
  2.  De hele zin van getal veranderen > enkelvoud / meervoud

Slide 20 - Diapositive

Werkwoordspelling §11
Persoonsvorm vinden:
Tijd:
  • De jongen heeft besloten dat hij gaat stoppen met voetbal.
  • De jongen had besloten dat hij ging stoppen met voetbal.

Getal:
  • De jongen heeft besloten dat hij gaat stoppen met voetbal.
  • De jongens hebben besloten dat zij gaan stoppen met voetbal.




Slide 21 - Diapositive

Opdracht
Opdracht
Maak online:
Cursus 7 - §11 opdracht 1, 3, 5B, 6B
Cursus 7 - §12 opdracht 1 t/m 3


Hoe: Alleen
Wat: iPad + spiekbriefje
Klaar: Maak ook opdracht 4 van §11 (uitdagende opdracht!)

timer
10:00

Slide 22 - Diapositive

Wat gaan we doen?
  • Stil lezen (10 min)
  • Spellingsregels: alle 7 vormen (25 min)
  • Samengestelde zinnen + gebiedende wijs (20 min)
  • Grammatica woordsoorten: meer oefenen (15 min)
  • Evaluatie (5 min)

Slide 23 - Diapositive

Opdracht
Opdracht
Oefen de woordsoorten havo 1 via www.taaloefenen.nl
> woordsoorten
> oefenen
> alles aanvinken wat je nu moet kennen
> niveau 3

Hoe: Alleen
Wat: iPad


timer
10:00

Slide 24 - Diapositive