KGT1 - H3 - Herhalingsles

KGT1 - Lezen en Spelling
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

KGT1 - Lezen en Spelling

Slide 1 - Diapositive

Welk kenmerk van een alinea is niet waar?
A
Een alinea begint altijd op een nieuwe regel.
B
De laatste zin loopt altijd door tot het einde van de regel.
C
Soms springt de eerste regel in.
D
Soms staat er een witregel tussen de alinea's.

Slide 2 - Quiz

Een kernzinnen zijn de hoofdzaken uit een tekst.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quiz

Welke stelling is niet waar?
A
In een alinea staat bijna altijd een kernzin.
B
In de kernzin staat de belangrijkste informatie uit de alinea.
C
Vaak in een kernzin de eerste zin van de alinea.
D
Een toelichting is hetzelfde als een kernzin.

Slide 4 - Quiz

Bijzaken zijn vaak een toelichting.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quiz

Tekstverbanden zijn signaalwoorden.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz

Het signaalwoord 'toch' is een signaalwoord die hoort bij het tekstverband:
A
Opsomming
B
Tegenstelling

Slide 7 - Quiz

Welk signaalwoord hoort niet bij het tekstverband 'tegenstelling'?
A
Ook
B
Maar
C
Echter
D
Integendeel

Slide 8 - Quiz

De meervoudsvorm is:
A
Eén persoon
B
Twee of meer personen

Slide 9 - Quiz

Sterke werkwoorden:
A
Veranderen
B
Blijven hetzelfde

Slide 10 - Quiz

Het woord 'leren' is een sterk werkwoord.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quiz

De verleden tijd meervoud van 'slaan' is:
A
Slaan
B
Slaat
C
Sloegen
D
Sloeg

Slide 12 - Quiz

De stam van het woord 'blijven' is hetzelfde als de ik-vorm.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quiz

Wat is de verleden tijd enkelvoud van het woord 'blazen'?
A
Blaaste
B
Blaasde
C
Blies
D
Bliezen

Slide 14 - Quiz

Je schrijft een 's als een woord eindigt op een lange klinker die je met één letter schrijft.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quiz

'Bureaus' is goed gespeld.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quiz