hormonen

1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
VerzorgendeMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

les doel over hormonen 
  • Aan het einde van de les weet je welke organen betrokken zijn bij de hormoonproductie.
  • Aan het einde van de les kun je in eigen woorden de betekenis van  het feedbackmechanisme vertellen.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

samenwerking
  • hormoonstelsel zorg samen met zenuwstelsel voor communicatie binnen het lichaam. 
  • zenuwen communiceren via ene zenuwcel naar de andere cel. 
  • hormonen zijn berichtjes die via het bloed bij andere cellen aankomen. 

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

hormonen
signaalstoffen die door cellen in het lichaam gemaakt worden en via het bloed bij de organen komt waar het de activiteit regelt

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

doel orgaan ??
  • Klieren maken hormonen aan die via het bloed naar de doelcel en doelorgaan gaan. Dit orgaan gaat over tot actie. 
  • Als het genoeg is gaat de rem op het systeem (feedback mechanisme) en wordt de balans weer bewaard. 

Slide 5 - Diapositive

 boodschappers in ons lichaam en zij zijn in staat om via
de bloedsomloop te reizen van de plek waar ze worden uitgescheiden (bv. de schildklier) naar de plek
waar ze een effect moeten hebben (bv. de darmen of het hart). 

feedback mechanisme
Twee belangrijkste organen in de hersenen 
  • * hypothalamus = opsporen van problemen
  • * hypofyse = regulatie van de systemen. 

  • hypothalamus ontdekt een probleem en geeft dit door aan hypofyse.  Deze gaat hormonen produceren en geeft dit af aan doelorgaan. Als probleem herstelt is merkt de hypothalamus dit en stopt de hypofyse met maken v hormonen.


Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hypofyse
  • De hypofyse is een hormoonklier in de hersenen.
  • De hypofyse beïnvloedt andere hormoonklieren (zoals de geslachtsorganen)

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

hypofyse 

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

achterkwab
doorgeefluik voor hormonen vanuit hypothalamus
  • ADH - minder productie van urine
  • Oxytocine - samentrekken baarmoeder bij bevalling


Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

voorkwab
maakt eigen hormonen 
  • prolactine  - borstvoeding
  • groeihormoon
  • FSH/LSH - vrouwelijke en mannelijke geslachtsklieren
  • TSH - schildklierhormoon
  • hydrocortison - bijnierhormonen

Slide 11 - Diapositive

Verschillende hormonen worden gemaakt door een specifieke klier. 
De belangrijkste hormoonproducerende klieren: 
1. De epifyse ofwel “pijnappelklier”, productie van melatonine
2. De hypothalamus en hypofyse, productie van o.a. groeihormoon,
thyreoidstimulerend hormoon, prolactine en oxytocine
3. De thyroïd ofwel “schildklier”, productie van schildklierhormonen (T3 en T4)
4. De bijnieren, productie van corticoiden en geslachtshormonen
5. De pancreas ofwel “alvleesklier”, productie van o.a. insuline en glucagon
6. De ovaria ofwel “eierstokken”, productie van oestrogeen en progesteron
7. De testes ofwel “teelballen”, productie van testosteron

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

0

Slide 13 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Schildklier
  • De schildklier maakt schildklierhormoon: 
  • Schildklierhormoon regelt verbranding in de cellen
  • Te weinig schildklierhormoon: Je bent koud en moe en wordt dikker.
  • Te veel schildklierhormoon: Je hebt het warm, bent bewegelijk, valt af.

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De bijnier
  • De bijnier ligt boven de nier
  • De bijnier maakt adrenaline
  • Adrenaline = paniekhormoon
Zorgt voor:
=> snellere hartslag
=> snellere ademhaling
=> meer verbranding
Dus meer energie

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

geslachthormonen vrouw
  • worden aangestuurd door de hypofyse
  • worden gemaakt in de eierstokken
  • Zorgen voor de secundaire geslachtsorganen
  • regelen menstruatie

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

geslachthormonen man
  • worden aangestuurd door de hypofyse
  • worden gemaakt in de teelballen
  • Zorgen voor de secundaire geslachtsorganen (zoals zwaardere spieren)
  • testosteron

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

eilandjes van langerhans
Alvleesklier maakt hormonen 
  • insuline - verlaagt glucose in het bloed
  • glucagon - verhoogt glucose gehalte in het bloed. 


Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Eilandjes van Langerhans

Hormoon 1
Insuline
Hormoon 2
Glucagon

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

pijnappelklier
  •  ligt in de middenhersenen, zo groot als een erwt. 
  • vooral belangrijk voor melatonine. Dag en nachtritme 

Slide 20 - Diapositive

pijnappelklier = epifyse

Slide 21 - Lien

https://www.anatomie-online.nl/hormonen-organenquiz.html

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

weefselhormoon
  • maagwand maakt gastrine - productie van maagsap 
  • 12vingerige darm maakt prosecterine - stimuleert pancreas
  • nierweefsel maakt EPO,  bij te weinig zuurstof in het bloed. 
  • allergische reactie komt er histamine vrij






Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

sleep de hormoonklieren naar de juiste plek
testikels
hypofyse
schildklier
alvleesklier
bijnieren

Slide 24 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions


Wat is de functie van hormonen?
A
Hormonen verwerken de impulsen die afkomstig zijn van spiercellen
B
Hormonen zorgen voor het voedsel van het hormoonstelsel
C
Hormonen zorgen voor snelle reacties op prikkels
D
Hormonen regelen de werking van weefsels en organen die er gevoelig voor zijn.

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe heet het mannelijk groeihormoon?
A
Testosteron
B
Insuline
C
Oestrogeen
D
Melatonine

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke stoffen worden gemaakt in de Eilandjes van Langerhans die de bloedsuikerspiegel regelen?
A
Glycogeen en glucagon
B
Insuline en glycogeen
C
Insuline en glucagon
D
Insuline en glucose

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke invloed heeft insuline op het glucosegehalte van het bloed?
A
door insuline daalt het glucosegehalte in het bloed
B
door insuline stijgt het glucosegehalte in het bloed

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe heet het slaaphormoon dat bepaalt hoe laat je s' avonds slaap krijgt?
A
Neuronen
B
Melatonine
C
De hypofyse
D
Het groeihormoon

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Adrenaline wordt gemaakt in
A
alvleesklier
B
schildklier
C
hypofyse
D
bijnieren

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar bevindt zich de schildklier?
A
boven op de nieren
B
in de voortplantingsorganen
C
in de hals tegen de luchtpijp aan
D
in de alvleesklier

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions