Kenmerken van voer

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo
• Leerjaar 1

5. Kenmerken van voer

Leerdoel;

* je kent de begrippen ruwvoer en krachtvoer

* je kent de begrippen beperkt en onbeperkt voeren

* je kunt het voer van dieren afwegen

Weet jij nog welke voersoorten we op school hebben?
Noem er zoveel mogelijk

Kenmerken van voer

Veel dieren hebben voedingseisen. Je kunt bijvoorbeeld katten geen hondenvoer geven. Als verkoper in een dierenspeciaalzaak of dierenartsassistent moet je dat natuurlijk weten. In deze les ga je de kenmerken van voer leren

Ruwvoer

Paarden en koeien eten veel gras en hooi. Hooi en gras noem je ruwvoer. Ruwvoer komt rechtstreeks van het land. En heeft een bepaald gehalte aan ruwe celstof. Ruwvoer helpt herkauwers bij het herkauwproces. Zonder ruwvoer kan een paard of koe niet. De spijsvertering zou van slag raken en het dier zou ziek worden. Voor het verteren van ruwvoer moet het dier veel moeite doen, dat levert weer warmte op en blijft het dier warm. 

Krachtvoer

Veel dieren krijgen voedsel in de vorm van brokjes. Het wordt in een fabriek gemaakt. Dit voer heet krachtvoer. Voor het konijn noem je dat ‘konijnenkorrel’.  En voor een hond noem je dat "hondenbrokken". Krachtvoer wordt gemaakt van verschillende grondstoffen en bijproducten.

Ruwvoer

Krachtvoer

Hooi

Brokken

Muesli

Stro

Gras

Kuilgras

Luzerne

Haver

Beperkt of onbeperkt

Sommige diersoorten blijven maar door eten bijvoorbeeld een konijn. Deze geef je dus beperkt te eten. Om te weten hoeveel een konijn mag hebben moet je het dier wegen. Dit doe je met een weegschaal. Op de voerzak staat vaak aangegeven hoeveel gram voer een dier per kilogram lichaamsgewicht mag hebben. Sommige dieren kun je onbeperkt voeren. Die dieren bepalen zelf hoeveel ze eten nemen niet meer dan dat ze nodig hebben.

Het LICG raad aan om een cavia 20 gram krachtvoer per dag te geven. Op school hebben we 8 cavia's. Hoeveel gram voer mag je geven?

1. 20 gram
2. 160 gram
3. 28 gram
4. 2,5 gram

Wat betekent onbeperkt voeren?

Water

Dieren hebben water nodig. Niet alleen voor het eigen lichaam, maar ook om iets te produceren, zoals melk. De waterbehoefte is niet voor alle dieren gelijk. Dieren die uit de woestijn komen gaan zuinig om met water. Een gerbil is zo’n dier hij kan leven van een paar druppels per dag. Plassen doen gerbils dan ook bijna niet. Dat is een groot verschil met een koe die in de zomer gemakkelijk 100 liter per dag drinkt. Dat zijn tien volle emmers!

0

Wat is een carnivoor?

1. Vleeseter
2. Planteneter
3. Alleseter
4. Broketer