Van A tot Zin 2.13 BiZ

• NT2
• Middelbare school
• vmbo lwoo
• Leerjaar 1

2.13

Wat vind je van de fiets?

.

Wat ga je vandaan leren?

Dingen met elkaar vergelijken.

Ik kan vergelijkingen goed schrijven.

Basiswoord

Basiswoord + -er

Basiswoord  het + -st

De bal is klein.

Deze bal is kleiner.

Die bal is het kleinst.

rood                    dun                 lief

roder                  dunner          liever

het roodst        het dunst    het liefst

Basiswoord eindigt op r

Basiswoord + -der

Basiswoord het + -st

Het is donker

Gisteren was het donkerder

Vanavond is het donkerst

Deze bal is kleiner dan die witte bal.

De jurk is roder dan de schoen.

Boek blz. 76  Samen oefenen

Rode tekst lezen!

Werk met z'n tweeën

1. Praat samen

2. Doe de opdracht op werkblad 2.13a

Sommige vergelijkingen gaan anders. Je moet ze leren

Ik drink graag water.

Ik drink liever thee.

Ik drink het liefst koffie.

graag- liever (dan)- het liefst

goed- beter (dan)- het best

weinig- minder (dan)- het minst

veel- meer(dan)- het meest

Het groene potlood is langer dan het gele potlood.

Het tweede potlood is even lang als het derde potlood.

Zijn dingen verschillend? Gebruik dan

Zij dingen hetzelfde? Gebruik even(...als)

Boek blz. 76  Samen oefenen

Rode tekst lezen!

Werk met z'n tweeën

3. Schrijf de goede zinnen.

Wat heb je vandaag geleerd?

What did you learn today?

що ти навчився сьогодні?

ماذا تعلمت اليوم

bugün ne öğrendin

Ի՞նչ սովորեցիք այսօր:

آج آپ نے کیا سیکھا؟

O que você aprendeu hoje?

ሎሚ እንታይ ተማሂርኩም?

Zelfstandig werken

Maak de computeropdrachten 2.13

opdracht 1-6 + herhaalvragen

Heb je het lesdoel bereikt?

Ik kan  vergelijkingen goed schrijven.

Hoe goed kan jij vergelijkingen schrijven?

Huiswerk 

Computeropdrachten van 2.13 (opdracht 1 tot en met 6 + herhaal) afmaken 

maandag 19 juni