2.1 Machtsverbanden

• Wiskunde
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3,4

2.1 Machtsverbanden

Een macht bestaat uit een grondtal en een exponent

2.1 Machtsverbanden

4​5​​

betekent 4 tot de macht 5, dat reken je uit als 4 x 4 x 4 x 4 x 4

−8​3​​

= - 8 x 8 x 8 = -512

(−3)​4​​

= -3 x -3 x - 3 x -3 = 81

wat is de uitkomst van

(−3)​5​​

1. 243
2. 15
3. -15
4. -243

Wat is de uitkomst van

−(−3)​6​​

1. 729
2. -729
3. math error
4. 18

2.1 machtsverbanden

In de onderstaande formule staat een macht:

daarom is het een machtsverband

inhoudbol=​3​​4​​straal​3​​

2.1 machtsverbanden

Let op: wanneer er in een formule een getal staat met daarachter een letter, dan moet je er altijd een x tussen denken!

Voorbeeld :                                     moet je dus lezen als 34 + 1,2 x

34+1,2t​6​​

t​6​​

Oefenen met rekenmachine

5 minuten    Maken opgave 9 en 10 blz. 67 van je boek

Klaar: Beginnen met opgave 1          blz. 68 

het vermogen van windmolens bereken je met de volgende formule:


wat is het vermogen bij een windsnelheid van 11,3 m/s?

vermogen=60v​3​​

1. 2034
2. 1503
3. 86574
4. 601133

Bereken w voor a = 4,2 op 1 decimaal

w=0,00001a​3​​−0,01a​2​​+2a−300

20 min.    Aan de slag met:

                  *  de testopgave maken      blz. 70

                  *  testopgave nakijken  op blz. 273 

                  * afhankelijk van het aantal punten maak je 

                     0-3 punten    opgaven 2 tm 7  blz. 70 tm 72

                     4-5 punten    opgaven 3 tm 7  blz. 71 tm 72

                     6-7 punten    opgaven 4 tm 8  blz. 71 tm 73

Eerste 10 minuten                                       stil werken!!!