Taalverzorging 5 - PV VT

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Herhaling vorige les:
Wat is de pv in deze zin?
Maaike gaat met de bus naar school.

Herhaling vorige les:
Hij ......... (maken) een nieuw werkstuk.

1. maakt
2. maakd
3. maak
4. maken

Herhaling vorige les:
Lisa .......... (vinden) al snel iets saai.

Nieuwe uitleg

Persoonsvorm in verleden tijd? = Eerst kijken of het een sterk of zwak werkwoord is!

- Sterk = het werkwoord verandert van klank: lopen - liepen

- Zwak = het werkwoord verandert niet en krijgt de/te achter het woord: maken - maakten

Sterke werkwoorden

- Sterke werkwoorden moet je leren.

- Geen trucs etc, je moet het weten. Heel veel hiervan weten jullie al!!

Zwakke werkwoorden

- Bedenk eerst of je het zelf al weet bijvoorbeeld fietsen - fietsten. 

- Zelf geen idee? Kijk naar 'T eX-KoFSCHiP.

Voorbeeld: 

1.Dat ............ (gebeuren) gisteren pas. 

2.Stam van gebeuren = gebeur

3.R zit NIET in het kofschip, dus een D erachter. 

4.Dat gebeurde gisteren pas.

Hoe schrijf je de persoonsvorm (VT)?

De politie ............ de relschoppers naar een plein om ze te arresteren. (leiden)

1. leide
2. leidden
3. leidde
4. leiden

Hoe schrijf je de persoonsvorm (VT)?

De hockeyers ........... op het veld op te gaan na een racistische opmerking van de tegenpartij. (weigeren)

1. weigeren
2. weigerde
3. weigerden
4. wogeren

Hoe schrijf je de persoonsvorm (VT)?

Wat .......... jij van de musical. (vinden)

1. vind
2. vindde
3. vindt
4. vond

Vul de pv vt in.
Piet ......... (zijn) altijd vrolijk.

Vul de pv vt in.
De docent ....... (besluiten) om een film te gaan kijken.

Vul de pv vt in.
De timmerman .............. (meten) de lengte.

Nu doen: 

- Ga weer naar Slimleren. 

- Maak de opdrachten die klaar staan. 

Klaar? 

- lezen

- ander vak

- woordzoeker