JRB 2.3 -2 Hoe wil je wonen?

  • vorige les, wat weet je nog?
  • huiswerk nakijken 
  • Leerdoelen
  • Uitleg §3
  • Zelf aan de slag! 
  • Check
Wat gaan we doen?
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

  • vorige les, wat weet je nog?
  • huiswerk nakijken 
  • Leerdoelen
  • Uitleg §3
  • Zelf aan de slag! 
  • Check
Wat gaan we doen?

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het inkomen stijgt met 3% en de prijzen met 1,5%. Wat gebeurt er met de koopkracht?
A
Die neemt met 1,5% toe
B
Die blijkt gelijk
C
Die neemt met 1,5% af
D
Die neemt toe met 4,5%

Slide 2 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke soort gemeentelijke belasting hoort bij de afbeelding?
A
rioolheffing
B
hondenbelasting
C
afvalstoffenheffing
D
onroerendezaakbelastingen (OZB)

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Sleep de juiste begrippen naar de juiste plek. 
Koopwoningen
Sociale sector woningen
vrije sector woningen
huurwoningen

Slide 4 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is huurtoeslag ?
A
Is een financiële bijdrage van de overheid waarmee je een deel van de huur kunt betalen
B
Een financiële bijdrage van de bank
C
Is een financiële bijdrage van de bank waarmee je een deel van de huur kunt betalen
D
Is een financiële ondersteuning van de overheid

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke soort gemeentelijke belasting hoort bij de afbeelding?
A
rioolheffing
B
hondenbelasting
C
afvalstoffenheffing
D
onroerendezaakbelastingen (OZB)

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk nakijken 
timer
8:00

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
je leert:
  • wat een hypothecaire lening is
  • Wat  de kosten zijn bij het kopen van een huis

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Geld lenen om een huis te kopen?
Hypothecaire lening = 
  • lening voor aankoop woning lange looptijd (30 jaar)
  • woning is onderpand voor de bank
  • deel betaalde hypotheekrente terugvragen via Belastingdienst

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een huis kopen
Behalve de prijs betaal je bij bestaande woning:
  • kosten koper (k.k.), 2% overdrachtsbelasting over aankoopprijs
  • notariskosten
  • bij nieuwbouwhuis:
  • btw en notariskosten


Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Makelaar
Bij zowel vraag als aanbod kun je de hulp van een makelaar inschakelen. Waar kan een makelaar jou allemaal mee helpen?
  • Onderhandelen over de prijs
  • Rapport maken over de staat van het huis
  • Informatie geven over de buurt van de woning
  • Helpen bij het bezichtigen van de woning


Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stappenplan huis kopen

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorlopig 
koopcontract


Als koper en verkoper het eens zijn ondertekenen ze beiden een voorlopig koopcontract. Er staan vaak ontbindende voorwaarden in, dat zijn redenen om zonder kosten van de koop af te kunnen zien.

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kosten koper
Bijkomende kosten als je een huis koopt:

  • overdrachtsbelasting (ongeveer 2% van de koopprijs)
  • makelaarskosten
  • kosten notaris
_________________________________________
= kosten koper(k.k.) 
= ongeveer 5% van de koopprijs

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Uit welke 2 soorten kosten bestaan de kosten koper (k.k)?
A
btw en overdrachtsbelasting
B
overdrachtsbelasting van 2% en advocaatkosten
C
advocaatkosten en btw
D
notariskosten, 2% overdrachtsbelasting en btw

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdrachten maken
  • In tweetallen
  • Zachtjes overleggen
  • Opdracht 7, 8 en 10
  • 10 minuten de tijd
  • Klaar? --> verder met de andere opgave van 2.3

Huiswerk: 2.3 opdracht 1 t/m 11

timer
10:00

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Achter de vraagprijs van een woning staat vaak Kosten Koper (K.K.)
Wie moet dit betalen?
A
de makelaar
B
de huurder
C
degene die het huis verkoopt
D
degene die het huis koopt

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Uit welke 2 soorten kosten bestaan de kosten koper (k.k)?
A
btw en overdrachtsbelasting
B
overdrachtsbelasting van 2% en advocaatkosten
C
advocaatkosten en btw
D
notariskosten, 2% overdrachtsbelasting en btw

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

OmrekeOMnen

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdrachten maken
  • In tweetallen
  • Zachtjes overleggen
  • Basis: opdracht  12 en 13 op blz 49
  • Kader: opdracht 10 op blz 51

  • 7 minuten de tijd
  • Klaar? --> verder met de andere opgave van 2.3



timer
7:00

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zelfstandig aan het werk 
timer
15:00
Opdracht:  
Maak nu zelfstandig de andere opdrachten van §2.3   
 Schrijf de volledige antwoorden in je boek, inclusief formule bij een berekening!
Hulp nodig? In deze volgorde: 
1. Boek
2. Klasgenoot
3. Docent
Je krijgt 15 minuten de tijd
Klaar? 
Lees de blauwe stukjes nog eens door. 
Daarna help je een klasgenoot.

Slide 21 - Diapositive

Sponsopdracht: 1b en c
Check

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Afsluiten les 
  • Ik kan uitleggen wat de woningmarkt is
  • Ik kan uitleggen hoe het huren van een huis in zijn werk gaat en wat huurtoeslag inhoudt. 

  • Ik kan twee voorbeelden geven van gemeentelijke belastingen.

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bedankt
stoelen aanschuiven

tot de volgende keer.
PS het huiswerk zet ik in SOM

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wie betaalt de onroerendezaakbelasting (OZB)?
A
de eigenaar van een huis
B
de huurder van een huis
C
de overheid
D
de makelaar

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is juist?
A
Bij een huurhuis is de huurbaas de eigenaar.
B
Bij een koophuis betaal je huur.
C
Een hypotheek wordt iedere maand hoger.
D
Bij een huurhuis heb je altijd recht op huurtoeslag.

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem 2 voordelen van het kopen van een huis.

Slide 27 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions