The Present

• Engels
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

The Present

Goal: To review and correctly apply the tenses connected with the present;

• Present simple
  
• Present continuous
  
• Present perfect
  
• Present perfect continuous

Present simple

• Altijd/ nooit/ regelmatig
• Feiten / gewoonten
• Signaalwoorden: always / never / usually / often / sometimes / regulary  

Present simple:
Wat is de vorm van de present simple?

1. SHIT-regel
2. hele ww (bij I, you, we, they) hele ww + s (bij he, she, it)
3. Hele werkwoord
4. Werkwoord + -ed

Present Simple
Wanneer gebruik je de Present Simple?

1. Wanneer iets altijd, nooit of regelmatig gebeurt.
2. Wanneer iets nu bezig of aan de gang is.
3. Wanneer iets in het verleden is gebeurd.
4. Wanneer iets in het verleden is begonnen en nu nog bezig is.

Present continuous

• iets dat nu aan de gang is
• irritaties (in combinatie met always)
• tijdelijke situaties
• Signaalwoorden; now / at the moment / right now
  

Present continuous:

Wat is de vorm van de present continuous?

1. hele ww+ -ed
2. shit = hele ww+ -s
3. vorm van to be (am/are/is) + hele ww+ -ing
4. have/has + voltooid deelwoord

Present Continuous
Wanneer gebruik je de Present Continuous?

1. Wanneer iets altijd, nooit of regelmatig gebeurt.
2. Wanneer iets nu bezig of aan de gang is.
3. Wanneer iets in het verleden is gebeurd.
4. Wanneer iets in het verleden is begonnen en nu nog bezig is.

Present perfect

• focus op het resultaat
• focus op hoe vaak iets heeft plaatsgevonden
• Iets dat in het verleden heeft plaatsgevonden en ook een verband heeft met nu
  

Present perfect:

Wat is de vorm van de present perfect?

1. hele werkwoord + -ed. (worked)
2. shit rule= hele ww+ -s
3. vorm van to be (am/are/is) + hele werkwoord + -ing
4. have/has + voltooid deelwoord

Present perfect
Wanneer gebruik je de Present perfect?

1. Wanneer iets altijd, nooit of regelmatig gebeurt.
2. Wanneer iets nu bezig of aan de gang is.
3. Wanneer iets in het verleden is gebeurd.
4. Wanneer iets in het verleden is begonnen en nu nog bezig is / connectie met nu.

Present perfect continuous

• een actie die in het verleden begon en nog steeds voortduurt tot dit moment.
• De nadruk leggen op hoe lang iets duurde

Which is the present perfect continuous?

1. Lisa has been reading since 9 AM.
2. Lisa has read that book.

Hoe maak je de Present Perfect Continuous?

1. have/has+ voltooid deelwoord
2. have/has + been + werkwoord+ing
3. werkwoord + ing
4. werkwoord + ed

De present perfect continuous gebruik je.....

1. bij acties die NU bezig zijn
2. wanneer iets al een tijd bezig is en je wil de tijdsduur benadrukken
3. om irritatie uit te drukken als iets lang duurt/telkens opnieuw gebeurt
4. als iets in het verleden is gebeurd, maar je hebt nu resultaat

Present simple

Present continuous

Present perfect

Present perfect continuous

am/is/are verb+ ing

has/ have + past participle (vol. deelwoord) 

S.H.IT rule 

has/ have been verb+ing

Started in the past and continued to this moment. Focus is on duration.

Started in the past and is/isn't still happening. Focus on the result.

Happening at this moment or temporary situation

Facts, habits or things that happen on a regular basis

She is well-informed about politics because she _____ the newspaper every day.

1. reads
2. is reading
3. has read
4. has been reading

At the moment, Ms Smith ______ in her hotel room.

1. stands
2. is standing
3. has stood
4. has been standing

Ms Smith _______ at our school for almost 6 years.

1. works
2. is working
3. has worked
4. has been working

We _____ in Greece since last August. (to live)

1. live
2. are living
3. have lived
4. have been living

NB. Present perfect and Present perfect continuous

Verbs where the meaning is the same in either tense

to work 

to live

I have worked here for years / I have been working here for years.

Emily ______ on the computer for too long. (to type)

1. types
2. is typing
3. has typed
4. has been typing

Look! Steve's mother ______ a Frappuccino. (to make)

1. makes
2. is making
3. has made
4. has been making

James never ____ his homework. (to do)

1. does
2. is doing
3. has done
4. has been doing

Samirato _______ (go) to school since she was four.
(Missing word/words only)

We_______(drive) for 3 hours, but we still have another 2 hours to go.

The sun _____ (rise) in the East.
(Missing word/words only)

We have to go hiking without Bob, he ________ (sprain) his ankle.

What ______ (Jane/ do) now?
(missing word/ words only)

She ______ (do) her homework now.

She _____ (respond) to their questions all morning.

We ______ (be) friends ever since kindergarten.

They ..... (play) for
87 minutes and neither side has scored yet.

Present simple

Present continuous

Present perfect

Present perfect continuous

am/is/are verb+ ing

has/ have + past participle (vol. deelwoord) 

S.H.IT rule 

has/ have been verb+ing

Started in the past and continued to this moment. Focus is on duration.

Started in the past and is or isn't still happening up to this moment. Focus on the result.

Happening at this moment or temporary situation

Facts, habits or things that happen on a regular basis

I can use the different tenses correctly

😒🙁😐🙂😃

Continue with....

 Present tenses practice - Exercise 1   or  2 

Gerund of infinitive - Exercise 1 or 2

Finished? 

Test je zelf 5:2, 5:3, 5:4 & 5:5

Or Versterk jezelf unit 5