Hoofdstuk 4.2 Reclame (Basis)

• Economie
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Reclame

Reclame

programma

nakijken huiswerk paragraaf 4.1

uitleg paragraaf 4.2

maken huiswerk 4.2

Soorten reclame

• Merkreclame
• Actiereclame
• Commerciële reclame
  
• Ideële reclame
  

Commerciële reclame

=> richt de aandacht op het product

=> doel is om zoveel mogelijk te verkopen

Ideële reclame

=> brengt mensen op een goed idee of waarschuwt  

Merkreclame

=> richt zich op het merk door een logo of aantrekkelijke beelden

Actiereclame

=> wijst de consument op aanbiedingen

Doelgroep

• Groep mensen met dezelfde kenmerken
  
• Hierop richt een bedrijf haar reclame en haar producten

Reclame en doelgroep

Filmpje met daarbij 2 vragen:

1. Wat wil de maker van de reclame bereiken met het filmpje?
   
2. Wat is de doelgroep in het flmpje?
   

Huiswerk

maken paragraaf 4.2
opgaven 1 t/m 8

Verder met paragraaf 4.2

Huiswerk was maken paragraaf 4.2
opgaven 1 t/m 8

Soorten reclame

• Merkreclame
• Actiereclame
• Commerciële reclame
  
• Ideële reclame
  

Doelgroep

• Groep mensen met dezelfde kenmerken
  
• Hierop richt een bedrijf haar reclame en haar producten

Oefenen met rekenen

Percentage uitrekenen

Hoe zit het ook alweer?

Het gehele bedrag is altijd 100%!
Als je een percentage uitrekent reken je altijd eerst terug naar 1% => dus het bedrag delen door 100
Daarna doe je de uitkomst x het gevraagde rente %

Voorbeeld...

Stel een fiets kost € 800 euro.
Je krijgt 15% korting.

stap 1 => eerst terugrekenen naar 1%
€ 800 / 100 = € 8 euro
stap 2 => de uitkomst x het rentepercentage

€ 8 euro x 15 = € 120 euro ( = korting)
Je betaalt dan uiteindelijk € 800 - de korting van € 120 = € 680 

Groei en krimp in procenten

Je wilt weten met hoeveel procent een bedrag is 

gegroeid of is gekrompen

Stap 1 => bereken de stijging of de daling van het bedrag 

Stap 2 => Deel de stijging of daling door het oude bedrag

Stap 3 => vermenigvuldig de uitkomst met 100                      

oftewel de formule...

Voorbeeld 1...

De prijs van een scooter was in 2021 € 4000 en in 2022  € 5000.
Vraag? Met hoeveel procent is de scooter in prijs gestegen?
nieuwe (n) bedrag is € 5000, oude (o) bedrag € 4000

formule=
5000-4000 (n-o) = 1000/ 4000 (o) x 100%= 25%

Voorbeeld 2...

Een Mobiel kostte in 2021 € 600 euro,

in 2022 wordt de mobiel 15% duurder.

Vraag, wat kost de mobiel in 2022?

€ 600 = 100%.

Eerst terugrekenen naar 1% => € 600/100 = € 6 euro
de uitkomst x het percentage => € 6 x 15 = 90 euro (= stijging)

Je gaat €90 euro meer betalen dus in totaal € 600+€ 90 = € 690

Aan de slag...

Hoofdstuk 4 paragraaf 2 helemaal af
inclusief rekentrainer 4.2

de afsluiter...

reclame tunes ken jij ze?