3.3 Kruisingen

Kruisingsschema maken
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Kruisingsschema maken

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
- Je kunt een kruisingsschema opstellen.
- Je kunt bij een gegeven kruising genotypen en fenotypen van ouders en/of nakomelingen afleiden.

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Stap 1
  • Welke eigenschap is dominant? (A)
  • Welke eigenschap is recessief? (a)
  • Wat is het fenotype en genotype ouders?
  • Hebben ouders homozygote of heterozygote allelen?
  • We gebruiken het voorbeeld op blz 112

Slide 4 - Diapositive

Labradors
Bij labradors is het gen voor een zwarte vacht (A) dominant over het gen voor een gele (blonde) vacht (a).
Een zwartharig vrouwtje (homozygoot) paart met een geelharig mannetje.

Slide 5 - Diapositive

Wat weten we?
  • Moeder: AA
  • Vader : aa
  • P: AA x aa
  • F1: ?

Slide 6 - Diapositive

Stap 2
  • Maak een schema
  • Vul de genotypen van de ouders in
A
A
a
a

Slide 7 - Diapositive

Stap 3
  • Vul het schema verder in
  • maak de combinaties
A
A
a
Aa
Aa
a
Aa
Aa

Slide 8 - Diapositive

Stap 4
  • Bekijk welke genotype de nakomelingen F1 kunnen hebben
A
A
a
Aa
Aa
a
Aa
Aa

Slide 9 - Diapositive

Verhoudingen
  • Uit een kruisingsschema kan je een verhouding aflezen hoe vaak iets voor komt
  • F1: 100% heterozygoot Aa
A
A
a
Aa
Aa
a
Aa
Aa

Slide 10 - Diapositive

Voorbeeld:

P:          Aa x Aa
vpc:       A of a

F1: ?
A
a
A
a

Slide 11 - Diapositive

P: Aa x Aa



                F1:        AA  :  Aa  :  aa
genotype:          1    :   2    :   1

fenotype:            3              :  1 
                           zwart          :  geel 
A
a
A
AA
Aa
a
Aa
aa

Slide 12 - Diapositive

De genotype die ontstaan zijn:
1x AA, 2x Aa en 1x aa
Verhouding 1:2:1

A
a
A
AA
Aa
a
Aa
aa

Slide 13 - Diapositive

Wat betekenen de symbolen P en F1 in een kruisingsschema?
A
P is de vader en F1 is de moeder
B
P zijn de kinderen en F1 zijn de ouders
C
P zijn de ouders en F1 zijn de kinderen

Slide 14 - Quiz

Kijk goed naar deze kruising
A
a
a
Aa
aa
a
Aa
aa

Slide 15 - Diapositive

Als P: Aa x aa, wat zijn de verhoudingen van de fenotypen?
A
1:2:1
B
1:2
C
3:1
D
2:2 --> 1:1

Slide 16 - Quiz

Twee planten met gele tomaten worden met elkaar gekruist.
Hoe groot is de kans op nakomelingen met rode tomaten?
Rood is dominant
Pak papier
A
0%
B
25%
C
50%
D
100%

Slide 17 - Quiz

P: geel x geel
Rood = dominant = A
Geel   = recessief  = a 

Dus:
P:              aa x aa
vpc:          a       a      
F1:           100% aa
a
a
a
aa
aa
a
aa
aa

Slide 18 - Diapositive

Aan de slag:
  • Maak de opdrachten van bs 3.3.
  • Klaar? Lees bs 3.4 alvast door.

Slide 19 - Diapositive