spelling 3tl/kbl

Spelling
Werkwoordspelling
Meervoudsvormen
Verkleinwoorden
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Spelling
Werkwoordspelling
Meervoudsvormen
Verkleinwoorden

Slide 1 - Diapositive

Wat vind jij het moeilijkst?
Meervoud
Verkleinwoord
ww-spelling

Slide 2 - Sondage

Meervoud -ie
  • Afhankelijk van de klemtoon

Klemtoon op -ie = ën
>theorie = theorieën

Klemtoon ergens anders? 
- laatste e > ë
- + -n
> olie = oliën

Slide 3 - Diapositive

Wat is de regel voor persoonsvorm in de TT

Slide 4 - Question ouverte

Wat is de regel voor persoonsvorm in de VT

Slide 5 - Question ouverte

Wanneer is het verschil tussen de stam en de ik-vorm belangrijk?
Geef een voorbeeld.

Slide 6 - Question ouverte

Schrijf de persoonsvorm tt
Wat .... (appen) je klasgenoten daarover?

Slide 7 - Question ouverte

Noteer de persoonsvorm tt.

Karel (verdedigen) zijn zusje altijd.

Slide 8 - Question ouverte

Schrijf de persoonsvorm tt
Ik ....... (worden) hier wel een beetje moe van.

Slide 9 - Question ouverte

Noteer de persoonsvorm tt

Hij (glijden) nooit uit.

Slide 10 - Question ouverte

Schrijf de persoonsvorm tt
Jij ...... (lachen) irritant.

Slide 11 - Question ouverte

Vul de persoonsvorm VT in.

Slide 12 - Question ouverte

Noteer de persoonsvorm vt.

(verbeelden) ik mij dat gisteren nou?

Slide 13 - Question ouverte

Vul de persoonsvorm VT in.

Slide 14 - Question ouverte

Noteer de persoonsvorm vt.

Ik (aanvaarden) jouw excuses.

Slide 15 - Question ouverte

Persoonsvorm vt. Vul het juiste antwoord in.

U beantwoor_ tot nu toe onze vragen niet.

Slide 16 - Question ouverte

Schrijf de persoonsvorm (vt) op van de zin:

Wij _________ (zorgen) voor ons broertje.

Slide 17 - Question ouverte

Schrijf de persoonsvorm vt juist op
Ik (geven) hem een cadeau.

Slide 18 - Question ouverte

Noteer de persoonsvorm vt (enkelvoud) en het voltooid deelwoord van: beantwoorden

Slide 19 - Question ouverte

Wat is het meervoud (of wat zijn de meervouden) van:

blad

Slide 20 - Question ouverte

Wat is het meervoud (of wat zijn de meervouden) van:

museum

Slide 21 - Question ouverte

Meervoud op -s
Wat is het meervoud van kiwi?

Slide 22 - Question ouverte

Meervoud
Wat is het meervoud van hobby?

Slide 23 - Question ouverte

meervoud politicus
meervoud slee

Slide 24 - Question ouverte

Verkleinwoorden

Slide 25 - Question ouverte

Meervoud op -s
Wat is het meervoud van etui?

Slide 26 - Question ouverte

meervoud melodie
meervoud olie

Slide 27 - Question ouverte

Verkleinwoorden

Slide 28 - Question ouverte

Verkleinwoorden

Slide 29 - Question ouverte

Verkleinwoord:

Slide 30 - Question ouverte

Wat is het verkleinwoord van opa?

Slide 31 - Question ouverte

Wat is het verkleinwoord van:
menu?

Slide 32 - Question ouverte