Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Programma
Binnenkomst + absentie (5 min)
Herhaling paragraaf 1 tm 7 (35 min)
Vragen? (5 min)
Huiswerk
Slide 2 - Diapositive
Je ziet:
A
Vergrijzing
B
Ontgroening
C
Aftakeling
D
Verzuiling
Slide 3 - Quiz
Stad
Platteland
Weinig criminaliteit
Rust
Ruimte
Veel voorzieningen
Studie
Veel werk
Minder luchtvervuiling
Goedkopere woningen
Slide 4 - Question de remorquage
Slide 5 - Diapositive
Het juiste antwoord op de vraag is...
A
Antwoord A
B
Antwoord B
C
Antwoord C
D
Antwoord D
Slide 6 - Quiz
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Demografisch Transitiemodel: Sleep de juiste hotspot naar de juiste plek in de grafiek
In deze fase sterven er veel mensen: Er is weinig geld voor gezondheidszorg, voedsel, veilig drinkwater en hygiëne
In deze fase stijgt het gemiddeld inkomen van een land. Daardoor worden basisvoorzieningen beter. Zo wordt de gezondheidszorg beter, wordt er gezorgd voor veilig drinkwater en worden veel meer mensen gevaccineerd. Hierdoor daalt het sterftecijfer.
Er is een groot verschil tussen het geboorte- en sterftecijfer. Het sterftecijfer is laag, terwijl het geboortecijfer hoog is. Omdat er veel meer mensen worden geboren dan er sterven, groeit de bevolking enorm.
Het land ontwikkelt zich verder. Meiden gaan langer naar school, gaan vaker werken en trouwen later. Hierdoor krijgen ze later kinderen en daalt het geboortecijfer.
Op een gegeven moment hebben rijke landen een laag geboorte- en een laag sterftecijfer. Omdat ze ongeveer even laag zijn, groeit de bevolking nauwelijks. Veel rijke landen (zoals Nederland) zitten in deze fase.
In de 5e fase stijgt het sterftecijfer weer. Niet omdat het land arm wordt of er oorlog uitbreekt, maar omdat de bevolking zo oud is geworden dat deze groep mensen komt te overlijden. Landen als Duitsland en Rusland zijn in deze fase beland.
Slide 9 - Question de remorquage
In welke fase van het demografisch transitiemodel bevindt Nederland zich nu?
A
Fase 2
B
Fase 3
C
Fase 4
D
Fase 5
Slide 10 - Quiz
In welke fase van het transitiemodel zit China?
A
Fase 1
B
Fase 2
C
Fase 3
D
Fase 4
Slide 11 - Quiz
Slide 12 - Diapositive
Vul de drie antwoorden in
Slide 13 - Question ouverte
Om welke 2 redenen vertrokken Nederlanders na WOII naar de VS, Canada en Australië?
Slide 14 - Question ouverte
Welke voorziening heeft de grootste drempelwaarde?
A
De lokale supermarkt
B
De bioscoop
C
De Johan Cruijff ArenA
D
De Primark
Slide 15 - Quiz
Slide 16 - Diapositive
Het antwoord op de vraag is...
Slide 17 - Question ouverte
Slide 18 - Diapositive
Vul hier het antwoord in...
Slide 19 - Question ouverte
Welke stad is Leipzig?
A
1
B
2
C
3
Slide 20 - Quiz
Slide 21 - Diapositive
Concentrisch
Meerkernen
Sector
Slide 22 - Question de remorquage
Welke stad is een voorbeeld van een meerkernen groeimodel?
A
Amsterdam
B
Maastricht
C
Berlijn
D
Frankfurt
Slide 23 - Quiz
Slide 24 - Diapositive
Uitspraak 1 en 2 zijn...
Slide 25 - Question ouverte
Hoe noem je het als oude gebouwen nieuwe functies krijgen?