Spelling: Werkwoorden in de VT (1)
1 / 11
La durée de la leçon est: 15 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
(vul het werkwoord in de VT in) (geen hoofdletters)
(rijden) De man ... veel te snel.
(rijden) De man ... veel te snel.
Slide 2 - Question ouverte
(vul het werkwoord in de VT in) (geen hoofdletters)
(werken) De juf ... de hele nacht.
(werken) De juf ... de hele nacht.
Slide 3 - Question ouverte
(vul het werkwoord in de VT in) (geen hoofdletters)
(zwemmen) De jongens ... wel 15 lengtes.
(zwemmen) De jongens ... wel 15 lengtes.
Slide 4 - Question ouverte
Slide 5 - Question ouverte
(vul het werkwoord in de VT in) (geen hoofdletters)
(brengen) Vorig jaar ... Sinterklaas een hele leuke verrassing.
(brengen) Vorig jaar ... Sinterklaas een hele leuke verrassing.
Slide 6 - Question ouverte
(vul het werkwoord in de VT in) (geen hoofdletters)
(luisteren) De fans ... aandachtig naar de zanger.
(luisteren) De fans ... aandachtig naar de zanger.
Slide 7 - Question ouverte
(vul het werkwoord in de VT in) (geen hoofdletters)
(wassen) De man ... zich dagelijks.
(wassen) De man ... zich dagelijks.
Slide 8 - Question ouverte
(vul het werkwoord in de VT in) (geen hoofdletters)
(schrijven) Vorige week ... Henk een brief aan Fanny.
(schrijven) Vorige week ... Henk een brief aan Fanny.
Slide 9 - Question ouverte
(vul het werkwoord in de VT in) (geen hoofdletters)
(geeuwen) Opa ... omdat hij zo moe was.
(geeuwen) Opa ... omdat hij zo moe was.
Slide 10 - Question ouverte
(vul het werkwoord in de VT in) (geen hoofdletters)
(betalen) Jantje ... zijn rekeningen niet.
(betalen) Jantje ... zijn rekeningen niet.
