3Havo toets - H4 brandstoffen

Introductie
- Alle open vragen dienen begeleid te worden met een uitleg of een berekening. 
- Bij een berekening hoort een formule en een uitleg.  Bij een vraag zonder uitleg en/of berekening kunnen er punten afgetrokken worden. 
- Tekenen dient gedaan te worden met een potlood en geodriehoek. Indien dit niet gebeurt kunnen er punten worden afgetrokken. 
- Bij een kloppende reactievergelijking moet de fase altijd worden aangegeven. Indien dit niet gebeurt kunnen er punten worden afgetrokken. 

1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Introductie
- Alle open vragen dienen begeleid te worden met een uitleg of een berekening. 
- Bij een berekening hoort een formule en een uitleg.  Bij een vraag zonder uitleg en/of berekening kunnen er punten afgetrokken worden. 
- Tekenen dient gedaan te worden met een potlood en geodriehoek. Indien dit niet gebeurt kunnen er punten worden afgetrokken. 
- Bij een kloppende reactievergelijking moet de fase altijd worden aangegeven. Indien dit niet gebeurt kunnen er punten worden afgetrokken. 

Slide 1 - Diapositive

Geef aan waar je het molecuul in de destillatietoren terug vindt.
C4H8
C150H302
C60H122

Slide 2 - Question de remorquage

Leg uit waarom de stoffen die hoog in de destillatietoren worden afgetapt veelal gasvormig zijn.

Slide 3 - Question ouverte


Geef de kraakreactie waarbij uit decaan, C10H22(l), 
hexaan, C6H14(l), en nog een gasvormig koolwaterstof ontstaan.

Slide 4 - Question ouverte

Linda doet een proef om na te gaan of zonnebloemolie een geschikte biobrandstof is. Ze heeft op de bovenweger precies 4,00 g koolzaadolie afgewogen. De olie verbrandt ze in de warmtemeter die gevuld is met 200 mL water. De begintemperatuur van het water was 19,2 °C. Na het verbranden van alle olie is de watertemperatuur 54,5 °C. De soortelijke warmte van water is 4,18 J/g∙°C.
- Bereken de hoeveelheid warmte die er gevormd wordt. Neem aan dat alle verbrandingswarmte ten goede komt aan het opwarmen van het water. Rond het antwoord af op twee decimalen. Je levert een foto van je berekening in.

Slide 5 - Question ouverte

Koolzaadolie kun je gebruiken als brandstof. Bij verbranding komt flink wat warmte vrij.
- Leg uit onder welke generatie biobrandstoffen de verkregen brandstof uit koolzaadolie geclassificeerd zal worden.

Slide 6 - Question ouverte

De energie-inhoud van koolzaadolie is 37 000 J/L. De verbrandingswarmte die experimenteel wordt bepaald, levert een berekende waarde van 23 000 J/L.
- Bereken het rendement van deze verbranding. Lever een foto van je berekening in.

Slide 7 - Question ouverte

Sleep de begrippen naar de juiste plek.
alkaan
alkeen
alkanol

C4H8
C5H12O
C6H12

Slide 8 - Question de remorquage

Biobrandstoffen worden gemaakt van biomassa. Biomassa is in tegenstelling tot bijvoorbeeld aardolie een hernieuwbare grondstof.
- Leg uit waarom aardolie geen hernieuwbare grondstof is.

Slide 9 - Question ouverte

Biobrandstoffen worden gemaakt van biomassa. Biomassa is in tegenstelling tot bijvoorbeeld aardolie een hernieuwbare grondstof.
- Leg uit waarom biomassa niet altijd echt 'duurzaam' is.

Slide 10 - Question ouverte


Bepaalde bacteriën kunnen uit de suikers die in plantenmateriaal voorkomt methaangas produceren. Daarvoor hebben de bacteriën ook water nodig. In de eerste stap zetten ze de suikers om in waterstof, koolstofdioxide en azijnzuur, CH3COOH(l). In een tweede stap wordt het gevormde azijnzuur verder omgezet in methaan en koolstofdioxide. 
- Geef de kloppende reactievergelijking die in stap twee optreedt. Lever een foto van jouw kloppende reactievergelijking in.

Slide 11 - Question ouverte

Je kan thuis zelf brandstoffen maken uit oud frituurvet. Deze biobrandstof valt onder...
A
de 1e generatie
B
de 2e generatie
C
de 3e generatie
D
geen van genoemde generaties

Slide 12 - Quiz

In NL is nu het eerste huis gebouwd dat op waterstofgas werkt. Dit valt onder ...
A
de 1e generatie
B
de 2e generatie
C
de 3e generatie
D
geen van genoemde genaraties

Slide 13 - Quiz

Bij verbranden van het biogasmengsel ontstaat ook koolstofdioxide. Minke zegt: ‘Bij de verbranding van biobrandstoffen ontstaat ook CO2(g). Dus dragen biobrandstoffen ook bij aan het versterkte broeikaseffect.’
- Leg uit of Minke gelijk heeft.

Slide 14 - Question ouverte


Er zijn 5 manieren waarop je penteen (C5H10) kan tekenen. Teken al deze 5 isomeren en lever 1 foto met de 5 structuren in.

Slide 15 - Question ouverte