20 november ISK3

• Nederlands
• ISK

Welkom ISK3

Telefoon in de telefoontas
Geen kauwgom

Laptop      en boek op tafel
Oortjes mee?
Wie is er?                      

Programma
 
10.15  - 10.30 welkom en huiswerkcontrole
10.30 - 11.00 samen een lessonup
 
11.00 - 11.40 zelfstandig werken en boekencontrole

11.40 - 11.45 afsluiten 

Wie ie er?                      

5.11 Je hebt woorden met EUR, OOR, en EER

Noem zoveel mogelijk woorden met
EER

Schrijf zo veel mogelijk woorden op met EUR

Schrijf zo veel mogelijk woorden met OOR

Wat kun je dragen allemaal dragen?
(bv kleding)

NOG EVEN OVER GISTEREN

7.6 (voorzetsels)
7.7 Onderweg 

Vragen die je kunt stellen?

Hoe zijn jullie gegaan?

Was er file?

Kunnen fietsen in de file staan?
Kunnen voetgangers in de file staan?

6.8            Wat vinden jullie jammer?

                  Wat kun je ruilen? 

Vragen die je kunt stellen?

Hoe zijn jullie gegaan?

Was er file?

Kunnen fietsen in de file staan?
Kunnen voetgangers in de file staan?

1.6 Er is/er zijn

• Er is voor het enkelvoud  (1 ding)
• Er zijn voor het meervoud (2 of meer dingen)
  -> dingen in de klas benoemen
  
  

7.  De kaart van Nederland?

• Waar ligt de provincie Utrecht?
• Waar ligt Texel/Vlieland/Terschelling/Ameland/Schier?
• Waar ligt Maastricht?
• Welk buurland ligt ten oosten van Nederland?
• Waar ligt de Noordzee?
  
  

7.6  Voorzetsels

Oefenen met: OP ONDER NAAST VOOR ACHTER OVER
                         TUSSEN IN UIT TEGENOVER AAN BOVEN