Donderdag 11 mei bron D deel 2

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Bonjour tout le monde!

• Jassen uit 
• mobieltjes in je tas!!!
• Werkboek B op tafel.
• Pen en papier + JdW-map bij de hand
• Als de timer is afgelopen begint de les.

Leerdoel

Je weet wat een delend lidwoord is en wanneer je het gebruikt.

Je weet dat het delend lidwoord soms in de / d' verandert.

Je weet dat na bepaalde werkwoorden ALTIJD een bepaald lidwoord komt.

Planning periode 4

https://johandewitt.sharepoint.com/:w:/t/L2223-zv3.fa2/EUqOHJ24HzNIo-Udh4-CgfkBckKPYMAJBuEv5cTnwlZ-4A?e=hIdS4E

Vrai ou faux? Het Nederlands kent géén delend lidwoord.

1. vrai
2. faux

Vrai ou faux? Als ik geen lidwoord gebruik in het Nederlands, moet ik een delend lidwoord gebruiken.

1. vrai
2. faux

vrai ou faux? le, la, l'en les zijn delende lidwoorden.

1. vrai
2. faux

du

de la

de l'

des

farine (v)

moutarde (v)

oeufs (m)

oignons (m)

fromage (m)

pain (m)

eau (v)

Vertaal: melk

1. le lait
2. du lait

Vertaal: de ham

1. le jambon
2. du jambon

Vertaal: pannekoeken

1. les crêpes
2. des crêpes

Vertaal: het vlees

1. la viande
2. de la viande

du, de la, de l'en des veranderen in de / d' na

1. een argument
2. een woord van hoeveelheid en een argument
3. een ontkenning en een bevestiging
4. een ontkenning en een woord van hoeveelheid

woord van hoeveelheid

woorden van hoeveelheid

beaucoup

un peu

une bouteille

un verre

un paquet

un litre

un sachet

un kilo etc.

veel

een beetje

een fles

een glas

een pakje

een liter

een zakje

een kilo etc.

ontkenning

ontkenning

ne ... pas

ne ... jamais

ne ... plus

ne ... pas encore

ne ... rien

J'ai acheté ..... pain (m), une bouteille ... vin (m) et ..... cacahuètes (v).

aimer, adorer, préférer, détester

Na deze werkwoorden komt ALTIJD le / la / l'/ des

Ik ben dol op patat = j'adore les frites

Au travail

Chap. 5 Bron D 16a,b,c,d

Fini? Vocabulaire A + B

V3

https://quizlet.com/join/hB34eve4j

H3

https://quizlet.com/join/smhtrTmUU