2HV les voor toets H6 Elektriciteit Overal NaSk

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Wat gaan we vandaag doen?

• Lessonup Quiz over de les stof.
  
• huiswerk nakijken 
• oefentoets maken
• extra uitleg vragen

Wat gaan we vandaag doen?

Test Chapter 6

Wat is het symbool voor Ampère?

1. A
2. I
3. U
4. S

Met welke eenheid meten we spanning

1. ampere
2. vermogen
3. volt
4. watt

Een voltmeter plaats je altijd:

1. in serie
2. bij de batterij
3. maakt niet uit
4. parallel

de stroommeter plaats je altijd

1. in serie
2. bij de batterij
3. maakt niet uit
4. parallel

In een serieschakeling is de stroom

1. overal even groot
2. na ieder lampje verandert de stroom
3. net zo groot als de spanning
4. kleiner dan de spanning

in een parallelschakeling

1. is de stroom overal even groot
2. is er geen stroom
3. wordt de stroom verbruikt
4. verdeelt zich over de vertakkingen

De spanning van het lichtnet is .......

1. U= 12 V
2. U= 230 V
3. U= 9 V
4. U = 1,5 V

Er is een zekering doorgeslagen, wat is een mogelijke oorzaak?

1. overbelasting
2. Piet zit aan de aardleiding
3. kapotte lamp
4. de kabel is kapot

Wat betekent de letter P?

1. Spanning
2. Stroomsterkte
3. Weerstand
4. Vermogen

Hoe berekenen we het vermogen

1. spanning x stroomsterkte
2. stroomsterkte : spanning
3. spanning : stroomsterkte
4. spanning x weerstand

Wat is de eenheid die hoort bij VERMOGEN?

1. A
2. V
3. cm
4. W

Omrekenen !
(kilo - hecto - deca - .......................... - deci - centi - milli)

Hoeveel kiloWatt is 2000 Watt

1. 200
2. 20
3. 2
4. 0,002

Hoeveel Watt is 12 kW?

1. 12 000 W
2. 1 200 W
3. 120 W
4. 0,012 W

De eenheid van energie is

1. Joule
2. Watt
3. Kilogram
4. Liter

Wat meet je met een stroommeter

1. Spanning
2. Weerstand
3. Stroomsterkte
4. Vermogen

Energie = vermogen x tijd. Een wasmachine van 1000W staat 1uur en 30min aan. Bereken het energieverbruik in kWh.

1. Energie = 1000 : 1.5 = 666.7 kWh
2. Energie = 1000 x 1.5 = 1500 kWh
3. Energie = 1 x 1.5 = 1.5 kWh
4. Energie = 1 x 1.30 = 1.3 kWh

een straalkachel van 1250 W staat 4 uur aan. De kachel verbruikt dan ....kWh?

1. 5 kWh
2. 312,5 kWh
3. 5000 kWh
4. 3,125 kWh

Een lamp van 50 W brandt van 18.00 tot 21.30 uur. Bereken het energieverbruik.

1. 50 x 3,3 = 165 kWh
2. 50 x 3,5 = 175 kWh
3. 0,05 x 3,3 = 0,165 kWh
4. 0,05 x 3,5 = 0,175 kWh

Wat doet een aardlekschakelaar

1. Schakelaar die iets uit of aan zet.
2. Schakelt de stroom uit van een groep zodra er ergens stoom lekt.
3. Daarmee kan je meten hoeveel stroom er in de aarde zit.
4. Alle antwoorden zijn goed.

De aardleiding (aardedraad)

1. schakelt de stroom uit bij een lekstroom
2. voert een lekstroom af naar de aarde
3. zet een apparaat uit bij een lekstroom

Bij kortsluiting wordt de stroom afgesloten door

1. door de energie maatschappij
2. zekering
3. aardlekschakelaar
4. aarderail

Wat is het vermogen?

1. 230 Volt
2. 0,3 Ampere
3. 9 Volt
4. 6 Watt

Het vermogen van een wasmachine is ... dan het vermogen van een telefoon.

1. Kleiner
2. Ongeveer hetzelfde
3. Groter
4. Kan je niet weten

Wat is het vermogen?

1. 12 Watt
2. 3 Watt

Hoe meer stroom een apparaat gebruikt, hoe lager de energiekosten zijn.

1. waar
2. niet waar