1.4 Waterkringloop

1.4 De Waterkringloop
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

1.4 De Waterkringloop

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

In de rivier vind je...
A
zoet water
B
zout water
C
brak water

Slide 2 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Op welke manieren krijgt het water in de rivier meer ruimte?

Slide 3 - Question ouverte

1. Rivieren dieper maken
2. Rivieren breder maken
3. Bouwen van "kribben"
4. Dijken verleggen of versterken
5. Sluizen sluiten/openen
6. Bypass aanleggen
7. Obstakels verwijderen, zoals bruggen of huizen
8. Uiterwaarden aanleggen

Doelen
  • drie fasen noemen waarin water kan voorkomen.
  • de waterkringloop omschrijven (of tekenen).
  • aangeven waar in de kringloop verdamping en condensatie plaatsvinden.
Planning
1. Terugblik
2. Uitleg zoet water
3. Opdracht 1 - 4
4. Uitleg waterkringloop
5. Opdracht 5 - 7

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Water in vaste vorm
Antartica
Gletsjers





Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Water in vloeibare vorm

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Water in gasvorm

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat voor water is er?
  • Veel water op aarde

  • Zoet water

  • Zout water
> ongeschikt om te drinken


Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de juiste verdeling van water op aarde?
97,5%
2,5%
53%
38%
Toegankelijkgrondwater
Zout water
Zoet water
Oppervlakte water

Slide 9 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Water, waar?
- Grondwater
> stroomt langzaam
> is vernieuwbaar

- Oppervlakte water
> Zeewater
> rivierwater 

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Van het zoete water is ruim 30% grondwater
A
ja, dat klopt
B
nee, dat is fout

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht 1
Gebruik de afbeelding en vul de juiste percentages in. Gebruik hele getallen.

 1. Ongeveer ...%  van al het water op aarde is zoet.

 2. Ongeveer ...% van al het water op aarde is zout

 3. Ongeveer ...% van al het zoete water is grondwater en oppervlaktewater.

 4. Ongeveer ... van al het zoete water is ijs

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht 2
Gebruik de afbeelding over de verdeling van het water op aarde. Maak de zinnen kloppend:

1. Van al het zoete water op aarde is het grootste deel bevroren/grondwater. 

2. Dat is voor ons moeilijk/makkelijk te bereiken. 

3. Drinkwater maken we van gletsjers/oppervlaktewater en ondiep grondwater. 

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht 3
Leg uit hoe het komt dat mensen maar 1% van al het water gebruiken.

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

We gebruiken zoet water om het land mee te bevloeien. Leg uit wat daarmee wordt bedoelt.

Slide 16 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel liter water verdampt een boom gemiddeld per dag?

Slide 18 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 19 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

De korte waterkringloop
Waterkringloop
Bestaat uit korte en lange kringloop

Korte kringloop:
1. verdamping zeewater
2. condensatie -> wolken
3. neerslag in zee

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke woorden horen bij: "oppervlaktewater"
A
Grondwater, gletsjer en kanaal
B
Zeeën, meren en rivier
C
Zeeën, meren grondwater
D
Gletsjers, wolken en meren

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Grote waterkringloop
Kleine waterkringloop

Slide 22 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

De lange waterkringloop
Waterkringloop
Bestaat uit korte en lange kringloop

Lange kringloop:
1. verdamping zeewater
2. condensatie -> wolken
3. neerslag op land
4. Via gletsjers, rivieren, grondwater naar zee.

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Korte waterkringloop
Lange waterkringloop
Grondwater
Neerslag
Verdamping
Condenseren

Slide 24 - Question de remorquage

nu kun je je kennis testen. 
Zet de waterkringloop in de goede volgorde. Begin bij 1 "verdamping uit de zee" 
1
2
3
4
5
Verdamping uit de zee
Er ontstaan wolken
Er komt neerslag uit de wolken
De wolken worden door de wind naar het land gedreven
Rivieren voeren het water vanuit de bergen terug naar ze zee

Slide 25 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Volgende les
Uitleg eindopdracht.
Werken aan eindopdracht.

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions