planten oefenen

planten oefenen
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

planten oefenen

Slide 1 - Diapositive

In een plant bevinden zich vaatbundels. Uit welke twee typen vaten bestaan vaatbundels?

Slide 2 - Question ouverte


Wat is de stroomrichting van een houtvat?
A
Van boven naar beneden/ Van de bladeren naar alle delen van de plant
B
Van beneden naar boven/ Van de wortels naar de bladeren
C
Zowel van boven naar beneden als van beneden naar boven.
D
Verschillend per houtvat.

Slide 3 - Quiz

Wat vervoeren de houtvaten?
A
water en mineralen
B
water en glucose
C
water en zuurstof
D
water

Slide 4 - Quiz

Bastvaten vervoeren....
A
van de wortel naar de bladeren
B
van de bladeren naar de wortel

Slide 5 - Quiz

Wat vervoeren de bastvaten?
A
water en mineralen
B
water en glucose
C
water en zuurstof
D
water

Slide 6 - Quiz

Bladluizen leven van plantensap. Ze zuigen dit sap met energierijke stoffen onder andere uit de nerven van de bladeren van een plant.

Uit welke vaten halen bladluizen vooral hun voedsel?

Slide 7 - Question ouverte

Is dit een insectenbloem?
A
Ja
B
Nee

Slide 8 - Quiz

Windbloem of insectenbloem?
A
Windbloem
B
Insectenbloem

Slide 9 - Quiz

Is dit een insectenbloem?
A
Ja
B
Nee

Slide 10 - Quiz

Dit is geen insectenbloem maar een ....
A
bijenbloem
B
windbloem
C
koebloem
D
regenbloem

Slide 11 - Quiz

Wat zijn de kenmerken van een insectenbloem?

Slide 12 - Question ouverte

Windbloem of insectenbloem?
A
Windbloem
B
Insectenbloem

Slide 13 - Quiz

Hoe zie je dat dit
een insectenbloem
is?

Slide 14 - Question ouverte

Leg uit of dit een windbloem of insectenbloem is

Slide 15 - Question ouverte

Wordt bij verbranding energie verbruikt?




Wordt bij verbranding energie verbruikt?




Wordt bij verbranding energie verbruikt?
A
ja
B
nee

Slide 16 - Quiz

Verbranding is ...
A
glucose + zuurstof -> koolstofdioxide + water + energie
B
koolstofdioxide + water =-> glucose + zuurstof + energie
C
koolstofdioxide + glucose + energie -> zuurstof + water
D
glucose + water + energie -> koolstofdioxide + zuurstof

Slide 17 - Quiz

VERBRANDING
Nodig voor verbranding
Over na verbranding
Zuurstof
Koolstofdioxide
Water
(Energie)
Glucose

Slide 18 - Question de remorquage

Waar vindt verbranding plaats? 
Verbranding

Slide 19 - Question de remorquage

Waar in het menselijk lichaam vindt verbranding plaats?

Slide 20 - Question ouverte

Exit ticket: Fotosynthese: welke stoffen ontstaan door fotosynthese?

Slide 21 - Question ouverte

Wat krijg je door fotosynthese?
fotosynthese:
koolstofdioxide + water + licht => glucose + zuurstof

Mineralen zijn nodig om van glucose eiwitten en vetten te maken, maar dat is geen fotosynthese
A
zuurstof
B
Suiker
C
water
D
koolstofdioxide

Slide 22 - Quiz

Nodig voor fotosynthese
Ontstaat bij fotosynthese
Fotosynthese

Zuurstof

Koolstofdioxide

Water

Licht

Glucose

Slide 23 - Question de remorquage

Wat heb je niet nodig voor fotosynthese?
fotosynthese:
koolstofdioxide + water + licht => glucose + zuurstof

Mineralen zijn nodig om van glucose eiwitten en vetten te maken, maar dat is geen fotosynthese
A
zuurstof
B
zonlicht
C
water
D
koolstofdioxide

Slide 24 - Quiz

Planten kunnen zich geslachtelijk en ongeslachtelijk voortplanten. Leg uit wat ongeslachtelijke voortplanting is.

Slide 25 - Question ouverte

Dit is ongeslachtelijke voortplanting door...
A
enten
B
bollen
C
uitlopers
D
wortelstokken

Slide 26 - Quiz

Wat is ongeslachtelijke voortplanting?
A
Voortplanting door seks
B
Voortplanting zonder seks
C
Voortplanting zonder geslachtscellen
D
Voortplanting met geslachtscellen

Slide 27 - Quiz

Wat is het verschil tussen:
knollen en bollen

Slide 28 - Question ouverte

Wat is zou een voordeel kunnen zijn van ongeslachtelijke voortplanting.

Slide 29 - Question ouverte

Wat is ongeslachtelijke voortplanting?
T1
A
Hierbij smelt de kern van een zaadcel samen met de kern van een eicel.
B
Hierbij groeit een deel van een individu uit tot een nieuw individu.
C
Hierbij worden eicellen bevrucht buiten het lichaam van de vrouw.

Slide 30 - Quiz

Wat is het verschil tussen uitlopers en wortelstokken?

Slide 31 - Question ouverte