can/could

1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Waar denk je aan bij
het thema: 'In the city'?

Slide 3 - Carte mentale

4

Slide 4 - Vidéo

00:12
Hoe heet de stad die ze binnen rijden ?

Slide 5 - Question ouverte

00:22
Op welke stad moet deze stad lijken?
A
Hollywood
B
New York
C
London
D
Amsterdam

Slide 6 - Quiz

00:34
Je zag net een logo op de achtergrond. Op welk logo lijkt dit logo?
A
McDonalds
B
KFC
C
BurgerKing
D
Febo

Slide 7 - Quiz

01:16
Ze reden net langs 2 huizen van "bekende"prinsessen. Welke waren dit?
A
Rapunzel & Snow white
B
Cinderella & Snow white
C
Snow white & Elsa
D
Rapunzel & Cinderella

Slide 8 - Quiz

Can/Could

Slide 9 - Diapositive

Can/Could
Je gebruikt can om te zeggen dat iemand (iets) kan.
vb. He can tell you how to get there.
(Hij kan je vertellen hoe je daar moet komen)

Je gebruikt cannot (can't) om te zeggen dat (iemand) iets niet kan.
I cannot swim./I can't swim. (Ik kan niet zwemmen)

Slide 10 - Diapositive

Can/could
Je gebruikt could om te zeggen dat iemand iets zou kunnen.
vb. They could tell you the way to the station.
(Zij zouden je de weg naar het station kunnen vertellen)

Slide 11 - Diapositive

can/could
Vragen stellen.
Als je wilt vragen of (iemand) iets kan, zet je can vooraan in de zin. 
vb. Can I help you?
(Kan ik je helpen?)

De rest van de zin blijft hetzelfde.

Slide 12 - Diapositive

can/could
Bij vragen is het beleefde om could te gebruiken.

vb. Could you say that again, please?
(Zou je dat nog een keer kunnen zeggen?) 

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

... I ask you a question?
A
Can
B
Can't
C
Could

Slide 15 - Quiz

........... you find what you were looking for?
A
can
B
could

Slide 16 - Quiz

She ... sing very well
A
can
B
could

Slide 17 - Quiz

.... you see those letters?
A
can
B
could

Slide 18 - Quiz

Susan can play the drums. She ... also play the guitar.
A
Can
B
Can't
C
Could

Slide 19 - Quiz

.....they spell their names?- Yes, they can.
A
Could
B
Can
C
Would
D
Are

Slide 20 - Quiz

... you please help me to carry all these books?
A
Can
B
Can't
C
Could

Slide 21 - Quiz

.....I ask you something?
- Yes, of course
A
Can
B
Were
C
Would
D
Could

Slide 22 - Quiz

My mother is an amazing cook. She ... cook fantastic meals.
A
can
B
could

Slide 23 - Quiz