Herhaling H4, toetsweek 3

Herhaling hoofdstuk 4
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Herhaling hoofdstuk 4

Slide 1 - Diapositive

Het streven naar grondrechten en naar politieke invloed in de Franse en Bataafse Revolutie hoort bij...
A
Ontdekkers en hervormers
B
Regenten en vorsten
C
Pruiken en revoluties
D
Burgers en stoommachines

Slide 2 - Quiz

Napoleon was voorstander van de standenmaatschappij
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quiz

het streven van vorsten naar absolute macht
A
Ontdekkers en hervormers
B
Regenten en vorsten
C
Pruiken en revoluties
D
Burgers en stoommachines

Slide 4 - Quiz

Eerste stand
Tweede stand
Derde Stand
Geestelijken
Adel
Burgers
Boeren
Privileges
Privileges
Betalen belastingen

Slide 5 - Question de remorquage

Tekst
Onthoofding Lodewijk
Slag bij Waterloo
FR. constitutionele monarchie
Staatsgreep Napoleon
Begin FR revolutie
1799
1793
1815
1792
1789

Slide 6 - Question de remorquage

Amerika is een bondsstaat, wat is dat?
A
Gezag is verdeeld tussen mannen
B
Gezag is verdeeld tussen werelddelen
C
Gezag is verdeeld tussen centrale overheid en deelstaten

Slide 7 - Quiz

De verlichte denkers waren voor de standenmaatschappij
A
Eens
B
Oneens

Slide 8 - Quiz

Wat is het verschil tussen het doel van de Amerikaanse ende Franse revolutie?
A
De burgers wilde meer inspraak in het bestuur in Frankrijk
B
In VS streden ze om onafhankelijkheid in FR niet
C
In FR ging het met veel meer geweld dan in de VS
D
In de VS was het de schuld van de indianen, in FR niet

Slide 9 - Quiz

Bij welke gebeurtenis pas deze afbeelding?
A
Bestorming van de Bastille
B
Amerikaanse burgeroorlog
C
Patriotten opstand
D
Bosten Tea Party

Slide 10 - Quiz

Uitspraak 1: De mensen uit de verlichting zijn voorstander van de slavernij
Uitspraak 2: De derde stand was ontevreden omdat ze teveel belasting moesten betalen
A
Alleen uitspraak 1 is juist
B
Alleen uitspraak 2 is juist
C
Beide uitspraken zijn juist
D
Beide uitspraken zijn onjuist

Slide 11 - Quiz

De stadhouder werd weggejaagd door de patriotten, hoe reageerde de koning van Pruisen?
A
Niet, hij vond het net goed
B
Hij greep in met zijn leger en verjoeg de patriotten
C
Hij wilde gaan onderhandelen en praten met de patriotten
D
De koning nam zelf Nederland in en voegde dit toe aan zijn rijk

Slide 12 - Quiz

Lodewijk Napoleon (de broer van Napoleon) was de eerste koning van Nederland
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quiz

Laatste vraag

Slide 14 - Diapositive

Het Franse leger werd voor goed verslagen in Rusland
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quiz

Ik heb vertrouwen in mijn GS toets
😒🙁😐🙂😃

Slide 16 - Sondage

Ik denk het volgende cijfer te gaan halen voor GS
110

Slide 17 - Sondage