Les 3 Examentraining 3F lezen/luisteren / Hoofd- en bijzaken + tekstopbouw

Doel van de les
  • Herhalen theorie van de vorige les tekstdoelen
  • Je kunt hoofd- en bijzaken in een tekst onderscheiden
  • Je kunt verbanden tussen alinea's  herkennen (opbouw van de tekst).
  • Je kent de functies van tekstdelen.
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Doel van de les
  • Herhalen theorie van de vorige les tekstdoelen
  • Je kunt hoofd- en bijzaken in een tekst onderscheiden
  • Je kunt verbanden tussen alinea's  herkennen (opbouw van de tekst).
  • Je kent de functies van tekstdelen.

Slide 1 - Diapositive

Herhalen: tekstdoelen

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Wat is het tekstdoel?
A
informeren
B
instrueren
C
overtuigen
D
overhalen

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Diapositive

Wat is het tekstdoel?
A
informeren
B
instrueren
C
overtuigen
D
overhalen

Slide 7 - Quiz

Hoofd- en bijzaken

Slide 8 - Diapositive

Hoofd- en bijzaken
  • Onderwerp
  • Hoofdgedachte 

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

1
onderwerp
2
Zin 1: hoofdgedachte
3
Vervolg van de tekst: nadere informatie

Slide 11 - Diapositive

Opbouw van een tekst

Slide 12 - Diapositive

Opbouw van een tekst
  • Inleiding, kern, slot
  • Signaalwoorden voor duidelijke samenhang

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Opdracht: signaalwoorden
  1. Lees onderstaande tekst
  2. Schrijf de tekst over EN geef samenhang door het gebruik van signaalwoorden.


Jan gaat binnenkort werken. Hij is klaar met zijn studie. Hij vond het studentenleven mooi. Er breekt een tijd aan van minder lol en meer structuur. De ex-student zal zijn studievrienden minder zien. We zullen hem niet zo vaak in de kroeg aantreffen. Er gaat veel veranderen in zijn leven.


Slide 16 - Diapositive

Tekstverbanden en signaalwoorden


Jan gaat binnenkort werken, want hij is klaar met zijn studie. Hij vond het studentenleven mooi, maar nu breekt een tijd aan van minder lol en meer structuur. Ook zal de ex-student zijn studievrienden minder zien. We zullen hem vast niet meer zo vaak in de kroeg aantreffen. Kortom, er gaat veel veranderen in zijn leven.

Slide 17 - Diapositive

Welk tekstverband geeft ZODAT aan?
Ik lees de krant elke dag, zodat ik op de hoogte ben.
A
een reden/argument
B
een tegenstelling
C
een conclusie
D
een oorzaak/gevolg

Slide 18 - Quiz

Welk tekstverband is in deze zin?

Het is warm buiten, toch heb ik het koud.
A
een voorbeeld
B
een tegenstelling
C
een samenvatting
D
een opsomming

Slide 19 - Quiz

Wat is het tekstverband in deze zin?

Je krijgt vrijstelling voor het maken van de toetsen, als je dit schooljaar een diploma haalt.
.
A
een voorbeeld
B
een tegenstelling
C
een voorwaarde
D
een opsomming

Slide 20 - Quiz

Functies van de tekstdelen
Vragen kunnen gaan over de functie van een tekstdeel.
  • Inleiding
  • Middenstuk
  • slot 

Slide 21 - Diapositive

De inleiding
  • Introductie van het onderwerp.
  • De functie is om de lezers aandacht te trekken door een anekdote, een vraag of een probleem te bespreken.

Slide 22 - Diapositive

Het middenstuk
  • In het middenstuk  gaat de schrijver dieper in op het onderwerp. Gebruik van tussenkopjes/alinea's met deelonderwerpen.
  • De functie is de lezer te informeren over het onderwerp. 

Slide 23 - Diapositive

Het slot
  • Met het slot sluit de schrijver de tekst af.
  • De functie kan een samenvatting, conclusie, aansporing of oplossing zijn.

Slide 24 - Diapositive

Aan het eind van de les
  • Tekstdoelen herhaald.
  • Onderwerp (een woord) en hoofdgedachte (een zin) 
  • Tekstverbanden en signaalwoorden besproken.
  • De functies van de tekstdelen besproken.

Slide 25 - Diapositive

Evaluatie van de les
Leerzaam
Niet leerzaam
Duidelijk
Onduidelijk
Anders:

Slide 26 - Sondage