V6 de column

1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Bronvermelding APA
In december 2015 stond in de Volkskrant een artikel over musea die woorden zoals ‘negers’ en ‘kaffers’ schrapten uit hun databanken (Van den Eerenbeemt 2015). Waarom was dat nodig? Als de docent zulke kwesties met zijn leerlingen wil bespreken moeten de leerlingen wel voorkennis hebben over hoe woorden functioneren in taal. De prototypetheorie van woordbetekenis biedt hier een aantrekkelijk uitgangspunt ( Aitchinson 2012).

Slide 7 - Diapositive

Aitchison, J. (2012). Words in the Mind: An Introduction to the Mental Lexicon (4e editie). Oxford: Wiley- Blackwell.
Van den Eerenbeemt, M. (2015). ‘Musea schrappen ‘negers’ en ‘kaffers’ uit databanken’. Geraadpleegd op 16 december 2019 van De Volkskrant, 9 december 2015.
Schrijf op hoe je deze bronnen in een stuk kan gebruiken. Verzin maar een leuke zin maar wel met de juiste bronvermelding!

Slide 8 - Question ouverte

Hoe kun je de aandacht trekken (inleiding)?

Slide 9 - Carte mentale

Aandacht trekken:
Voorbeeld
Geschiedenis
Actualiteit
Belang voor de lezer
Introductie van het onderwerp:
Vraag stellen
Probleem formuleren
Opbouw aankondigen

Slide 10 - Diapositive

Slot
  • Hoofdgedachte!
  • Samenvatting
  • Afweging
  • Toekomstverwachting
  • Aansporing

Slide 11 - Diapositive

Middenstuk: deelonderwerpen formuleren
  • Formuleer ze als vragen
  • Noteer kort de antwoorden (steekwoorden)
  • Geef zo nodig een toelichting
  • Geef geregeld een voorbeeld
  • Denk aan kernzinnen 

Slide 12 - Diapositive

Typografische aanwijzingen
  • Denk aan witregels
  • Inspringen
  • Juiste bronvermelding

Slide 13 - Diapositive

Spelen met taal
Welke bijvoeglijke naamwoorden gebruik je?
Welke stijl gebruik je?
Hoe bouw je de argumentatie op?
Welke voorbeelden voegen echt iets toe?

Slide 14 - Diapositive