ADL les 2-12 Tensi

ADL tensie meten 
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

ADL tensie meten 

Slide 1 - Diapositive

lesdoelen
Na deze les:
- heeft de student meer kennis ontvangen betreft tensie meten.
- kan de student de tensie meten.  
- weet de student waarop je observeert als het gaat om bloeddruk.
- Kan de student aangeven wanneer je spreekt van hoge of lage tensies.
- Weet de student benaming en werking van de verschillende bloeddrukmeters.
- Kan de student aandachtspunten benoemen waarop je let als je bloeddruk meet.

Slide 2 - Diapositive

Wat weet je al van tensie meten?

Slide 3 - Question ouverte

systolische druk en diastolische druk
Systolische druk (bovendruk): druk in de slagaders als het bloed in de aorta pompen.
Diastolische druk (onderdruk): druk in de slagaders als het hart zich ontspant.

Slide 4 - Diapositive

Waarden

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Verhoogt lage of hoge bloeddruk de kans op een hartinfarct?
hoog
laag

Slide 7 - Sondage

Wat voor effect heeft adrenaline op de hartslag en de bloeddruk?
A
De hartslag daalt, bloeddruk neemt toe
B
De hartslag en bloeddruk nemen toe
C
De hartslag neemt toe, bloeddruk daalt
D
De hartslag en de bloeddruk dalen

Slide 8 - Quiz

Heeft iemand die regelmatig eventjes duizelig wordt als hij uit bed stapt last van lage of hoge bloeddruk?
A
lage bloeddruk
B
hoge bloeddruk

Slide 9 - Quiz

Door veroudering van de bloedvaten worden deze
A
Elastischer en wordt de bloeddruk hoger
B
Elastischer en wordt de bloeddruk lager
C
Minder elastisch en wordt de bloeddruk lager
D
Minder elastisch en wordt de bloeddruk hoger

Slide 10 - Quiz

zelfstandig oefenen
- pak het Vilans protocol erbij
- ga in tweetallen het protocol doorlezen en benoem wat je opvalt.
- ga oefenen met z'n tweeën. 

Slide 11 - Diapositive

vragen? Lesdoelen behaald?
Na deze les:
- heeft de student meer kennis ontvangen betreft tensie meten.
- kan de student de tensie meten.
- weet de student waarop je observeert als het gaat om bloeddruk.
- Kan de student aangeven wanneer je spreekt van hoge of lage tensies.
- Weet de student benaming en werking van de verschillende bloeddrukmeters.
- Kan de student aandachtspunten benoemen waarop je let als je bloeddruk meet.

Slide 12 - Diapositive