B1 Werkwoordelijk gezegde

Grammatica zinsdelen
Werkwoordelijk gezegde
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Grammatica zinsdelen
Werkwoordelijk gezegde

Slide 1 - Diapositive

Voordat we echt gaan beginnen...

Slide 2 - Diapositive


Wat is een werkwoord?

Slide 3 - Question ouverte


Wat is de persoonsvorm?

Slide 4 - Question ouverte


Hoe kun je de persoonsvorm vinden in een zin?
A
vraag maken, plaats en tijd veranderen
B
onderwerp en lidwoord veranderen
C
vraag maken, getal en tijd veranderen
D
zin maken, plaats en tijd veranderen

Slide 5 - Quiz


Hoe kun je het onderwerp vinden in een zin?
A
Stel de vraag Wie/Wat + persoonsvorm?
B
Het onderwerp is altijd het 1e woord in de zin
C
Het onderwerp is altijd een mens of dier
D
Stel de vraag Waarom + persoonsvorm?

Slide 6 - Quiz

Theorie

Slide 7 - Diapositive

Zinsdelen
Het onderwerp [ow] en de persoonsvorm [pv] zijn zinsdelen.

Jan | heeft | vorige week | naar een film | gekeken.
ow  |   pv    | vorige week | naar een film | gekeken.

Het werkwoordelijk gezegde [wg] is ook een zinsdeel.

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Dan is het nu tijd om te oefenen!

Slide 10 - Diapositive

Het regent al de hele dag.
Wat is het werkwoordelijk gezegde?

Slide 11 - Question ouverte

Is alles gelukt gisteren?
Wat is het werkwoordelijk gezegde?

Slide 12 - Question ouverte

De nieuwe buren hebben zich gisteren aan ons voorgesteld.
Wat is het werkwoordelijk gezegde?

Slide 13 - Question ouverte

Het is buiten erg afgekoeld door de regen.
Wat is het werkwoordelijk gezegde?

Slide 14 - Question ouverte

Nu een beetje moeilijker!

Slide 15 - Diapositive

Samir heeft vandaag buiten gespeeld met zijn neef.
Wat is de persoonsvorm?

Slide 16 - Question ouverte

Samir heeft vandaag buiten gespeeld met zijn neef.
Wat is het onderwerp?

Slide 17 - Question ouverte

Samir heeft vandaag buiten gespeeld met zijn neef.
Wat is het werkwoordelijk gezegde?

Slide 18 - Question ouverte

Ik hoop dat wij snel weer naar school gaan!

Wat is de persoonsvorm?

Slide 19 - Question ouverte

Ik hoop dat wij snel weer naar school gaan!

Wat is het onderwerp?

Slide 20 - Question ouverte

Ik hoop dat wij snel weer naar school gaan!

Wat is het werkwoordelijk gezegde?

Slide 21 - Question ouverte

Hoe vind je het werkwoordelijk gezegde?
A
Door van de zin een vraagzin te maken.
B
Door de vraag te stellen: Wie of Wat + persoonsvorm.
C
Door alle werkwoorden in de zin te zoeken.
D
Ik snap het nog niet.

Slide 22 - Quiz

Ik kan het werkwoordelijk gezegde in een zin vinden.
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Sondage