5 nov

Welkom bij Nederlands!
Pak je boek, schrift & pen.
mobiel & oortjes weg.





1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Welkom bij Nederlands!
Pak je boek, schrift & pen.
mobiel & oortjes weg.





Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vandaag
  • Info
  • Waar is iedereen gebleven?
  • Uitleg spelling
  • ZS: eigen opdracht
  • ZF: eigen opdracht
  • Vragen?
  • Afsluiting

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions



Info
Denk aan de planning.
Binnenkort 
Vaardigheidstoets 1: Over taal. Dat is vooral woordjes leren.
Vandaag
  • Info
  • Uitleg
  • ZS
  • ZF
  • Quiz
  • Afsluiting

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Doelen
  1. Je kunt zwakke en sterke werkwoorden herkennen.
  2. Je kent de regel voor de verleden tijd van zwakke werkwoorden.
  3. Je weet wat er in de verleden tijd gebeurt bij sterke werkwoorden.
  4. Je kunt werkwoorden in de verleden tijd zetten.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zet in de verleden tijd.
Wat gebeurt er met de klank?
WACHTEN
A
de klank verandert
B
de klank blijft gelijk

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Zet in de verleden tijd.
Wat gebeurt er met de klank?
SLAPEN
A
de klank verandert
B
de klank blijft gelijk

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Zwakke werkwoorden blijven in een andere tijd hetzelfde klinken.



Bijvoorbeeld:
wacht - wachtte
dans - danste
kook - kookte
teken - tekende

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Sterke

werkwoorden


hebben de

KRACHT

om in de verleden tijd

van klank te veranderen.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Sterk of zwak?

DENKEN
A
sterk werkwoord
B
zwak werkwoord

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Sterk of zwak?

WENSEN
A
sterk werkwoord
B
zwak werkwoord

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Sterk of zwak?

BIJTEN
A
sterk
B
zwak

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Verleden tijd

sterke werkwoorden





In het enkelvoud: schrijf op zoals het klinkt
In het meervoud:
schrijf op zoals het klinkt
Regel
Leer de regels uit je hoofd.

Slide 12 - Diapositive

Voorbeelden:
kopen : ik koop - ik kocht
lopen : ik loop - ik liep
geven : wij geven - wij gaven
kruipen : zij kruipen - zij kropen

Verleden tijd

zwakke werkwoorden





In het enkelvoud: stam + te / stam + de

In het meervoud:
stam + ten / stam + den
Regel
Leer de regels uit je hoofd.

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

-te(n) of -de(n)?

    Vaak hoor je of je

stam + te(n)

of stam + de(n)

moet gebruiken.

Regel
Leer de regels uit je hoofd.

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbeelden 
spelen-speelde-gespeeld

maken-maakte-gemaakt

vertellen-vertelde-verteld

raken- raakte-geraakt


Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


                            
Twijfel je?
Als de laatste letter van de stam voorkomt in
't
ex-kofschip, schrijf je in de verleden tijd -te(n).
Zo niet, dan schrijf je -de(n). 
Regel
Leer de regels uit je hoofd.
't ex-kofschip

Slide 16 - Diapositive

werken - werk
De 'k' komt voor in 't ex-kofschip, dus is de verleden tijd werkte.

Slide 17 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 18 - Diapositive

benadruk hier dat in de verleden tijd de ik-vorm en 2e en 3e persoon enkelvoud hetzelfde zijn. leg verder uit dat als het om het meervoud gaat er nog een -n achter komt. 
Geef ook aan dat het om de onvoltooid verleden tijd gaat. 




Let op
  • Als de stam (ik-vorm) al eindigt op -d of -t, dan schrijf je in de verleden tijd -dd of -tt.

  • Een werkwoord in de verleden tijd eindigt nooit op -dt.

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen

- Herhaling benoemen van bijzinnen

- Je leert hoe je een bijvoeglijk bijzin kunt herkennen.



Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions



ZS
  • Je werkt voor jezelf en in stilte.
  • Je weet wat je moet doen.


Je maakt je gekozen opdracht.

Klaar? Je kunt nakijken!

Ook klaar? Kies een nieuwe opdracht.


Huiswerk: Alles nakijken & leren


Vandaag
  • Info
  • Uitleg
  • ZS
  • ZF
  • Afsluiting

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions



ZF
  • Je werkt voor jezelf. Je mag fluisterend overleggen.
  • Je weet wat je moet doen.



Je maakt je gekozen opdracht.


Klaar? Je kunt nakijken!


Ook klaar? Kies een nieuwe opdracht.


Huiswerk: Alles nakijken & leren







Vandaag
  • Info
  • DDU
  • Uitleg
  • ZS
  • ZF
  • Afsluiting

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Doelen
  1. Je kunt zwakke en sterke werkwoorden herkennen.
  2. Je kent de regel voor de verleden tijd van zwakke werkwoorden.
  3. Je weet wat er in de verleden tijd gebeurt bij sterke werkwoorden.
  4. Je kunt werkwoorden in de verleden tijd zetten.

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Afsluiting
Volg je planning!

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions