3GT - Tekstdoelen en Leesstrategieën

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2,3

Tekstdoelen & Leesstrategieën

Tekstdoelen

Elke tekst heeft een doel : tekstdoel.

De schrijver bepaalt dit tekstdoel. 

Wat wil de schrijver bereiken met deze tekst?

Tekstdoelen:

• informeren 
• overtuigen / mening geven
• activeren
• amuseren
• instrueren (instructie geven)

Uitleg: Tekstdoelen

Informeren

Overtuigen / mening geven

Amuseren

Activeren

Instrueren

Wat is het tekstdoel?

1. informeren
2. amuseren
3. activeren
4. instrueren/instructie geven

Wat is het tekstdoel?

1. informeren
2. amuseren
3. activeren
4. instrueren/instructie geven

Sleep de tekstdoelen naar het juiste plaatje

Informeren

Activeren

Overtuigen

Amuseren

Leesstrategieën

What do you remember?

Noem de vier leesstrategieën .

1. Verkennend lezen

• Je wil een eerste indruk krijgen van de tekst.
• Je wil weten om welke soort tekst het gaat.

Verkennend lezen

• Titel
• Afbeelding
• Eerste zinnen
• Opvallend gedrukte woorden
• Bron

2. Globaal lezen

• Je wil de deelonderwerpen van een tekst vinden.
• Je wilt weten wat de hoofdgedachte is.

2. Globaal lezen

• Vinden van hoofdzaken.
• Tussenkopjes.
• Eerste en laatste zin van alinea's.
• Eerste en laatste alinea's.

3. Zoekend lezen

• Je bent op zoek naar specifieke informatie.

Zoekend lezen

• Niet de hele tekst te lezen. 
• Scan de tekst.
• Lees alleen wat nodig is. 

4. Intensief lezen

• Je wil de tekst goed begrijpen (toets of samenvatting maken).

Intensief lezen

• Lees de tekst van begin tot eind.
• Probeer elke zin te begrijpen.
• Zoek woorden die je niet kent op in het woordenboek.

Als ik iets opzoek op internet, gebruik ik de leesstrategie:

1. Verkennend lezen
2. Zoekend lezen
3. Globaal lezen
4. Intensief lezen

Ik moet leren voor een toets, welke leesstrategie pas ik toe?

1. Zoekend lezen
2. Intensief lezen
3. Verkennend lezen
4. Globaal lezen

Als ik iets opzoek in het woordenboek, gebruik ik de leesstrategie:

1. Verkennend lezen
2. Intensief lezen
3. Globaal lezen
4. Zoekend lezen

Bij welke leesstrategie bekijk ik de titel, plaatjes, anders gedrukte woorden ?

1. Verkennend lezen
2. intensief lezen
3. Globaal lezen
4. Zoekend lezen

Bij welke leesstrategie zou ik woorden die ik niet begrijp op moeten zoeken in het woordenboek?

1. Verkennend lezen
2. Intensief lezen
3. Globaal lezen
4. Zoekend lezen

Bij intensief lezen, lees je de tekst:

1. Helemaal
2. Voor de helft
3. Nog niet

Welk hulpmiddel mag je tijdens de toets gebruiken?

Words

Do you know the following words?

for example

however

in the mean time

unless

that is why

besides

describe

therefore

as a result

rather than

Questions

Do you know these questions?

How does the writer introduce the topic?

1. Hoe stelt de schrijver zich voor?
2. Hoe introduceert de schrijver zichzelf?
3. Hoe introduceert de schrijver het onderwerp?
4. Hoe schrijf je een introductie?

What does the word refer to?

1. Waar wijs je naar?
2. Waar verwijst het woord naar?
3. Wat betekent het woord wijzen?
4. Wat doet het woord verwijzen daar?

What is the main point of paragraph 5?

1. Wat is het belangrijkste punt in alinea 5?
2. Wat is het punt van alinea 5?
3. Welk punt wordt niet gemaakt in alinea 5?
4. Is dat het punt van alinea 5?

What is mentioned about dogs?

1. Wat is er met honden?
2. Hoe worden honden vaak genoemd?
3. Hoe noem je een hond?
4. Wat wordt er gezegd over honden?

What becomes clear in line 17?

1. Dat is duidelijk regel 17.
2. Wie schreef regel 17?
3. Wat wordt er duidelijk in regel 17?
4. Regel 17 lijkt mij duidelijk.

What can be concluded in paragraph 3 and 4?

1. Welke conclusie wordt er gemaakt?
2. Welke conclusie wordt er duidelijk in alinea 3 en 4?
3. Is dat de conclusie van de tekst?
4. Wat is de conclusie?

Which of the following words mean ...

1. Wat betekenen deze woorden?
2. Wat betekent het volgende?
3. Welke van de volgende woorden betekent...
4. Wie is bekend met de volgende woorden?

Thank you for your attention!