Les 3: IBO 10 - oktober 2023

IBO 10 - Les 3
1 / 48
suivant
Slide 1: Diapositive
DienstverleningMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 48 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

IBO 10 - Les 3

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

VANDAAG
  • Check-in
  • De vorige les......
  • Van deze beroepsopdracht leer ik.....
  • Kerntaak en werkprocessen
  • Leerdoelen
  • Leskaart B10.3: Ruimtes inrichten
  • Afsluiting

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Check-in:
Hoe start jij deze les?

A: Pfffff, ik kan wel wat extra energie gebruiken --- > De Dextro

B: Vooruit dan maar, misschien wordt het nog gezellig ----> De Napoleon

C: Ik helemaal fris en heb er zin in ---> Het pepermuntje

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer je de ramen van buiten gaat wassen, maak de kozijnen dan eerst schoon met een stoffer. Verwijder zand, vuil en spinnenwebben voordat je met het sopje aan de gang gaat. Binnenshuis is dit niet nodig. Als je binnen de ramen gaat wassen, leg je een handdoek op de vensterbank of op de vloer zodat het water dat naar beneden lekt, opgevangen wordt.
Neem een emmer of teiltje en vul deze met water. Je kunt afwasmiddel gebruiken of HG glazen wasser. Een klein scheutje is voldoende, het hoeft niet heel erg te schuimen.
Doop je doek of spons in het sopje en wring deze licht uit. Je wilt dat het niet overvloedig nat wordt allemaal, maar ook niet een bijna droge doek of spons, want dan is het ramen wassen lastig. Lap de ramen van boven naar beneden. Spoel je spons regelmatig tussentijds uit.
De raamkozijnen kun je gewoon met hetzelfde sopje en spons schoonmaken. Let er wel op dat je de spons regelmatig uitspoelt. Zo voorkom je dat je het vuil van de raamkozijnen uitsmeert over je ruit.
Met het trekkertje wis je de ramen droog van boven naar beneden. Tussen elke haal droog je de raamwisser af met de doek die je hebt gepakt om te drogen. Met deze droogdoek droog je de raamkozijnen.
Heb je strepen gemaakt op de ramen met het wissertje? Wrijf de strepen weg met een prop kranten of met de extra droge doek die bij de benodigdheden is genoemd.
Stap 1:
Stap 2:
Stap 3:
Stap 4: 
Stap 5:
Stap 6: 
Stof de kozijnen af. 
Maak een sopje. 
Was de ramen.
Raamkozijnen schoonmaken.
Ramen drogen. 
Strepen verwijderen.

Slide 4 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe vouw je een microvezeldoekje?

Slide 5 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Vidéo

Samen oefenen met vouwen in de klas
Het maakt niet uit welke kleur microvezeldoekje je gebruikt.
Waar
Niet waar

Slide 7 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions



Een rood doekje gebruik je voor de badkamer.
Waar
Niet waar

Slide 8 - Sondage

Waarom niet goed?
Melissa veegt de tafels af met een blauw doekje.
Goed
Niet goed

Slide 9 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Tom gebruikt een geel doekje om het aanrecht af te vegen.
Goed
Niet goed

Slide 10 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Diapositive

Werkt er iemand van jullie in de professionele schoonmaak, bedrijf? Herkenbaar kleuren doekjes?

Vooral in professionele schoonmaak!

Proeve van bekwaamheid ook op gelet. Sommige bedrijven niet deze kleuren, dat kan. 

Waarom zijn deze kleuren doekjes er?
Van deze beroepsopdracht leer ik....
Deze beroepsopdracht gaat over de taken die jij uitvoert om een ruimte schoon te maken. Dit kan bij de cliënt thuis, maar ook bij een instelling zijn. Je maakt de ruimte schoon en zet altijd alle meubels op de juiste plek terug. Zo zorg je ervoor dat de cliënten de ruimte weer kunnen gebruiken.

Bij deze beroepsopdracht horen leskaarten. Op de leskaarten staat wat je moet weten en wat je moet kunnen om deze beroepsopdracht uit te voeren. Ook staat op de leskaarten welk gedrag erbij hoort. Eerst ga je oefenen met de juiste manier van werken. Daar gebruik je de leskaarten voor. Daarna ga je dit in de (echte) praktijk uitvoeren. Daar gebruik je de beroepsopdrachten voor.

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Werkprocessen

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Weten, kunnen, gedrag
  Wat moet ik weten? 

  Wat moet ik kunnen?

           Welk gedrag hoort daarbij?


Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbereiden - uitvoeren - afronden
Het is belangrijk dat je je werk in een bepaalde volgorde doet. 

Eerst bereid je je werk voor. Dan ga je je werk uitvoeren. En aan het einde rond je je werk goed af.

Tijdens de proeve van bekwaamheid worden jullie ook beoordeeld op deze drie stappen. 

Slide 15 - Diapositive

Binnen het kwalificatiedossier wordt er gewerkt met de stappen: voorbereiden- uitvoeren en afronden. Hoe zien deze stappen er voor deze opdracht uit? (Even kort).... Hier op letten! Bij voorbereiding hoort ook het maken van een werkplanning.
Leerdoelen B-leskaarten
1. Ik maak een ruimte goed gebruiksklaar, omdat ik er op let dat de ruimte netjes en schoon is;
2. Ik maak een ruimte goed gebruiksklaar,  omdat ik rekening kan houden met de veiligheid van anderen;
3. Ik maak een ruimte goed gebruiksklaar, omdat ik de verschillende vergaderopstellingen ken;
4. Ik maak een ruimte goed gebruiksklaar, omdat ik secuur luister naar de werkopdracht;
5. Ik maak een juiste werkplanning.

Slide 16 - Diapositive

Aan het einde van deze les kan ik een ruimte gebruiksklaar maken met mijn collega's volgens een werkopdracht. Dat is het hoofddoel.

Dan zijn er ook nog een paar kleinere doelen..... (oplezen).
Leerdoelen V-leskaarten
1.  Ik handel juist bij onverwachte situaties bij het inrichten van ruimtes;
2. Ik maak de ruimtes op stage goed gebruiksklaar, omdat ik de opstellingen voor deze ruimtes ken;
3. Ik maak een ruimte goed gebruiksklaar, omdat ik onveilige situaties herken;
3. Ik handel juist bij werkopdrachten die niet binnen de tijd afgerond kunnen worden; 
4. Ik maak een ruimte goed gebruiksklaar, omdat ik niet representatieve en niet gastvrije ruimtes 
    herken.




 

Slide 17 - Diapositive

Aan het einde van deze les kan ik een ruimte gebruiksklaar maken met mijn collega's volgens een werkopdracht. Dat is het hoofddoel.

Dan zijn er ook nog een paar kleinere doelen..... (oplezen).
Ergonomisch werken
Het is belangrijk om ergonomisch te werken tijdens het uitvoeren van jouw werk. Dit betekent dat je ervoor zorgt dat je geen pijn krijgt in je lichaam. Je kunt dat op verschillende manieren doen:
- De juiste materialen kiezen om mee te werken;
- De juiste houding aannemen tijdens je werk;
- Gebruik maken van transportmiddelen tijdens het inrichten van een ruimte.

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Praktijkopdracht: ergonomisch werken
Voer opdracht 16 uit.

Lees de tekst goed.

Klaar?: Vul de woordenlijst in.

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Praktijkopdracht: schoonmaakestafette
• Werk in twee- ,drie- of viertallen;
• Alle taken krijgen een nummer;
• Kies een nummer. Welke taak hebben jullie gekregen?;
• Vul eerst het werkplan in. Denk aan de juiste materialen, de juiste kleurendoekjes en de gouden schoonmaakregels;
• Voer de taak uit. Denk er aan dat je ergonomisch werkt;
• Controleer je werkplan, wat ging volgens planning en wat niet?
• Bespreek daarna met de groep de schoonmaaktaken: wat was moeilijk of juist makkelijk?

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar doe je voordat
je start met het
inrichten van ruimtes:

Slide 21 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Ruimtes inrichten
In leskaart B10.3 heb je geleerd over het inrichten van ruimtes. De inrichting van de ruimte is afhankelijk van het soort activiteit die er plaatsvindt. Je hebt geleerd over de verschillende opstellingen van een ruimte. Je weet ook welke materialen je moet verzamelen die nodig zijn bij het inrichten van een ruimte. Je let er altijd op dat de ruimte schoon is. Ook werk je op een veilige manier.

Ook als je stage loopt bij iemand thuis (bijvoorbeeld als hulp in de huishouding), is het belangrijk dat je weet hoe je de ruimte inricht. Je hebt het dan niet over de werkruimte maar over de leefruimte. Dit is bijvoorbeeld een woonkamer of een slaapkamer.

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

V-studenten
Maak opdrachten 70 en 71

Let op: lees de teksten bij de opdrachten goed door!

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ruimtes inrichten
Voordat je start met het inrichten van ruimtes heb je alle materialen die je nodig hebt verzameld (leskaart B10.1) en heb je de ruimte schoongemaakt (leskaart B10.2). Hoe de ruimte vervolgens ingericht moet worden, is afhankelijk van de soort activiteit dat er plaatsvindt en de werkopdracht die gegeven is.

Waar let je op voordat je een ruimte gaat inrichten?
Als je een ruimte gaat inrichten gebruik je een transportkar voor het verplaatsen van de benodigde materialen;
Je controleert of alles schoon en veilig is;
Je roept collega's erbij als dat afgesproken is. Is de afspraak dat de klant meehelpt? Dan wacht je totdat de klant er is.

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Veiligheid
Als je een ruimte gebruiksklaar gaat maken, dan moet je ook altijd letten op de veiligheid. Als er iets gebeurt, dan moeten mensen veilig weg kunnen komen. Zoals jullie hebben geleerd moet je er ook voor zorgen dat er geen schoonmaakmiddelen ergens blijven staan.

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Veiligheid bij het
inrichten van ruimtes

Slide 26 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Let op de volgende zaken:
• Deuren vrijhouden;
• Geen tafels of dozen voor de nooduitgang;
• Kaarsen zo plaatsen dat materialen eromheen geen vlam kunnen vatten;
• Losliggende kabels goed vast (laten) maken met ducttape;
• Als er jongen kinderen bij zijn: nog een keer kijken, als het nodig is samen met je leidinggevende.

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

B-studenten:
Werk samen met een andere student. Maak opdracht 19 en 20.

Klaar? Geef het aan mij door. 

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bespreken opdrachten 70 en 71

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht 72
Je gaat door het schoolgebouw lopen. Welke opstelling kom je het meeste tegen?
                                                                
Je hebt hier 15 minuten de tijd voor.

Bij terugkomst bespreken we dit in de klas.

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opstellingen
U-vorm: De tafels staan in een U-vorm. 
Iedereen kan de voorzitter en elkaar goed zien.


Cabaretopstelling: De tafels en stoelen staan in groepjes 
richting de spreker vooraan. Je kunt ook aan tafel werken. 
Meer aandacht voor de spreker.


Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opstellingen
Theateropstelling: Er staan alleen stoelen in rijen opgesteld 
richting de spreker of een podium. Vooral spreker is aan het 
woord.


Klasopstellimg: Tafels en stoelen twee aan twee gericht naar 
de spreker. 

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opstellingen
Carré opstelling: iedereen kan elkaar zien. Je kunt schrijven, 
werken op je laptop. Er is veel interactie.


Blokopsteling: Nagenoeg hetzelfde als carré opstelling, 
alleen iets kleiner. Geschikter voor kleinere bijeenkomsten.

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

B-studenten:
Werk samen met een andere student. Maak opdracht 21 tot en met 23.

Lees alle tekst goed door.

Klaar? Geef het aan mij door. 

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

V-studenten
Maak opdrachten 73 tot en met 75.

Let op: lees de teksten bij de opdrachten goed door!

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Representatief en gastvrij
Als je een ruimte inricht moet je niet alleen denken aan het schoonmaken en het neerzetten van de juiste materialen. Een ruimte moet ook representatief zijn. Verder is het belangrijk dat de ruimte gastvrijheid uitstraalt.
Representatief: Als organisatie wil je een goede indruk maken. Je wilt graag trots zijn op je presentatie, op hoe je overkomt.
Voorbeelden van representatief:
• De ruimte is schoon;
• De ruimte ruikt fris;
• De organisator is netjes op tijd met de sleutel van de ruimte.
Gastvrij: De bezoekers voelen zich welkom en op hun gemak. Bij gastvrijheid hoort dat je klanten een beetje verwend.
Voorbeelden van gastvrij:
• De ruimte zet er gezellig uit;
• De mensen kunnen prettig zitten of staan;
• De aankleding is aangepast aan het thema;
• Er is eventueel iets te drinken. Denk aan water, thee en koffie.




Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tafels afnemen
We hebben al besproken dat voordat je een ruimte gaat inrichten, deze schoon moet zijn. Tafels schoonmaken voordat je begint, is een taak die vaak voorkomt. In opdracht 13 van leskaart B10.2 hebben we het al gehad over tafels afnemen. Als je ziet dat de tafels in een ruimte vies zijn, maak je ze eerst schoon.

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

B-studenten:
Werk samen met een andere student. Maak opdracht 24 tot en met 26.

Vul de woordenlijst in.

Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

V-studenten
Opdracht 76:
Maak tweetallen. 
Jullie gaan door het schoolgebouw lopen en opzoek naar onveilige situaties in ruimtes. 

Zijn er bijvoorbeeld nooduitgangen die geblokkeerd zijn? Staan er spullen in de looproute? 

Maak hier foto's van en stuur deze naar mij door. 


Slide 40 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

B-studenten:
Praktijkopdracht 27.

Slide 41 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

V-studenten
Maak opdrachten 77 tot en met 84 + woordenlijst

Let op: lees de teksten bij de opdrachten goed door!

Slide 42 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht 80
Wat wordt er bedoeld met lean en ergonomisch werken bij het klaarzetten van materialen? En wat moet jij daarvoor doen?


Lean werken bij het klaarzetten van materialen: materialen klaarzetten zonder verspillingen.
Bijvoorbeeld tijd en beweging: Alles tegelijk meenemen op een karretje. 

Ergonomisch werken bij het klaarzetten van materialen: letten op je houding bij het klaarzetten van materialen. 
Bijvoorbeeld goed door de knieën buigen en niet tillen, maar een karretje gebruiken..

Slide 43 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht 85

Je gaat in tweetallen door het (school)gebouw lopen. 
Je gaat op zoek naar voorbeelden van gastvrije ruimtes en van ruimtes die er niet zo gastvrij uitzien. 
Je maakt daar foto’s van. Je hebt 15 minuten de tijd.
. Als je weer terug bent in de klas, bespreken we de foto’s met elkaar. Je legt dan uit waarom je sommige ruimtes wel en andere niet gastvrij vindt.

Slide 44 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht 88
Je werkt samen met een klasgenoot. 
Student 1 gaat zelf een werkopdracht schrijven voor student 2. 
Student 2 krijgt de opdracht om een ruimte klaar te maken voor gebruik. Schrijf hieronder op welke instructie jij geeft.
Kijk nog eens terug in leskaart B10.3 voor de informatie die je moet geven.
Student 2 maakt na de werkopdracht van student 1 een werkplanning.

De uitvoering doen wij vanmiddag in het praktijklokaal.














Slide 45 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen B-leskaarten
1. Ik maak een ruimte goed gebruiksklaar, omdat ik er op let dat de ruimte netjes en schoon is;
2. Ik maak een ruimte goed gebruiksklaar,  omdat ik rekening kan houden met de veiligheid van anderen;
3. Ik maak een ruimte goed gebruiksklaar, omdat ik de verschillende vergaderopstellingen ken;
4. Ik maak een ruimte goed gebruiksklaar, omdat ik secuur luister naar de werkopdracht;
5. Ik maak een juiste werkplanning.

Slide 46 - Diapositive

Aan het einde van deze les kan ik een ruimte gebruiksklaar maken met mijn collega's volgens een werkopdracht. Dat is het hoofddoel.

Dan zijn er ook nog een paar kleinere doelen..... (oplezen).
Leerdoelen V-leskaarten
1.  Ik handel juist bij onverwachte situaties bij het inrichten van ruimtes;
2. Ik maak de ruimtes op stage goed gebruiksklaar, omdat ik de opstellingen voor deze ruimtes ken;
3. Ik maak een ruimte goed gebruiksklaar, omdat ik onveilige situaties herken;
3. Ik handel juist bij werkopdrachten die niet binnen de tijd afgerond kunnen worden; 
4. Ik maak een ruimte goed gebruiksklaar, omdat ik niet representatieve en niet gastvrije ruimtes 
    herken.




 

Slide 47 - Diapositive

Aan het einde van deze les kan ik een ruimte gebruiksklaar maken met mijn collega's volgens een werkopdracht. Dat is het hoofddoel.

Dan zijn er ook nog een paar kleinere doelen..... (oplezen).
Wat vond je van de les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 48 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions