Grammatica - bwb + ng/wg

Welkom!
Grammatica:
  • Het bwb
  • Het gezegde
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Welkom!
Grammatica:
  • Het bwb
  • Het gezegde

Slide 1 - Diapositive

Planning

Slide 2 - Diapositive

Ontleed de zin
2 minuten. Werk in je schrift.

Kies één van deze twee zinnen:

  • Het Amerikaanse leger schiet opnieuw een vliegend object uit de lucht.

  • Ook een week na de aardbevingen worden nog mensen gered in Turkije.

Slide 3 - Diapositive

bwb: allerlei extra informatie
Hoe?
Waar?
Wanneer? 
Waarom? 
....
Ik fietste vanmorgen  met veel haast  over het fietspad  naar school.  
  • wanneer?
  • hoe?
  • waar?
  • waarheen?

Slide 4 - Diapositive

Aan de slag
Maak opd. 5 op blz. 245.

Slide 5 - Diapositive

Pauze
Lestijden:
  • 9:00-9:45 
  • Pauze
  • 10:00-10:40

Slide 6 - Diapositive

Opd. 5
1. Ik zal in de nabije toekomst ongetwijfeld een tijdje 

in een woonboot wonen.

2. Wanneer biedt deze sportclub alle vrijwilligers een 

feestavond aan in de nieuwe kantine?

3. Na dit teleurstellende seizoen zal PSV vermoedelijk 

de trainer ontslaan.

Stappenplan zin ontleden:
  • zinsdelen
  • pv 
  • ow
  • gezegde
  • vzv
  • lv
  • mv
  • bwb

Slide 7 - Diapositive

Opd. 5 (vervolg)
4.Waarom vertellen de agenten altijd zulke nare verhalen

aan de verslaggevers?

5. Vanwege m'n verjaardag gaf ik vandaag iedereen in de

klas een lekkere Mars.

6. Wat voor eng insect heeft de directeur eigenlijk gedood

met dat scherpe nagelschaartje?

Stappenplan zin ontleden:
  • zinsdelen
  • pv 
  • ow
  • gezegde
  • vzv
  • lv
  • mv
  • bwb

Slide 8 - Diapositive

Het gezegde
Peuterpraat

Een tweejarige peuter kan praten, maar spreekt nog niet zo heel goed Nederlands.

Een peuter zegt bijvoorbeeld:

  • mama lief
  • ikke eten

Slide 9 - Diapositive

Het gezegde
Opdracht: peuterzinnetjes

  1. Verdeel de kaartjes in twee gelijke groepen. 
  2. Kijk goed naar de betekenis van de hele zinnetjes, dus niet alleen naar de betekenis van het eerste of het tweede woord! 

Slide 10 - Diapositive

mama lief
popje stout
meloen bah
snoepje lekker
broertje boos
papa slapen
Tommie lachen
tante zingen
hondje blaffen
treintje tsjoektsjoek
Welk woord moet er tussen de twee woorden staan om de betekenis uit te drukken?

(dus mama … lief en papa … slapen).
  • mama is lief
  • papa doet slapen

Slide 11 - Diapositive

De basis van alle zinnen
Alle zinnen hebben één van deze twee betekenissen:

zijn

of

doen

Slide 12 - Diapositive

Het gezegde
Bij zinnen met een doen-betekenis is het kernwoord een werkwoord.
Papa gaat lekker slapen.
het werkwoord 'slapen' = de kern
= werkwoordelijk gezegde

Bij zinnen met een zijn-betekenis is het kernwoord een naamwoord.
De pop was stout.
Het bijvoeglijk naamwoord 'stout' = kern
= naamwoordelijk gezegde
Let op: er staan ook nog andere werkwoorden in het gezegde!

Slide 13 - Diapositive

Aan de slag
Maak opd. 5 op blz. 245 af.
Maak opd. 1 en 2 op blz. 89.


= huiswerk voor volgende les

Slide 14 - Diapositive


Hoeveel rollen heeft 'feliciteren'?
1
2
3

Slide 15 - Sondage


Jouw zin met 'feliciteren'.

Slide 16 - Question ouverte

Leesboek
Elke maandag: leesboek mee!

Slide 17 - Diapositive

Huiswerk
Huiswerk grammatica: 
  • maak de ontleding van de zinnen van opd. 1 af.

Elke les: lesboek + schrift mee!
Elke maandag: leesboek mee.

Slide 18 - Diapositive

Brainstormen over jouw verhaal
  1. Er is een hoofdpersoon. Deze wil iets: hij heeft een doel, wens of een probleem.
  2. Hij moet in actie komen om doel te behalen of probleem op te lossen.
  3. Hij ondervindt weerstand (mensen die tegenwerken of obstakels).
  4. Er komen beschermers of helpers.
  5. Na allerlei gebeurtenissen nadert hij zijn doel. Tot het laatst blijft het spannend.
  6. Hij bereikt zijn doel/lost het probleem op. Of het loopt niet goed af!
Opdracht
  • Maak een plan voor jouw misdaadverhaal. 
  • Verzin in ieder geval stap 1, verdere stappen uitwerken mag ook.
  • Schrijf op in steekwoorden.

Slide 19 - Diapositive


Is het een vzv?
In een moeilijke situatie moet je op jezelf vertrouwen.
A
Ja
B
Nee

Slide 20 - Quiz

Planning
t/m 6 april Sollicitatieproject
Vanaf 11 april Literatuur
17 april t/m 6 mei Meivakantie
2 juni Creatieve schrijfopdracht (PO)
Toetsweek (22-28 juni) Repetitie literatuur

Verder: leesboek lezen!

Slide 21 - Diapositive

Deel 1 - solliciteren en vacatures
Werk alleen. Overleggen mag.
Zoek op ELO het document 'Sollicitatieproject' op.
Maak in je Drive een map aan voor het sollicitatieproject (in je map Nederlands).
Maak daarin een document aan en werk de opdrachten van blz. 4 t/m 7 uit.

Slide 22 - Diapositive