Thema 1 basisstof 5 gewone celdeling

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Thema 1 Organen en Cellen

Zit er eiwit in DNA?

1. Ja
2. Nee

Op de foto zie je Jos. Hij heeft bruin haar. Uit bepaalde cellen in de hoofdhuid van Jos groeit dit haar. Een bruine haarkleur is een erfelijke eigenschap.

... bevat de informatie voor de bruine haarkleur.

1. DNA
2. Eiwit
3. Cytoplasma

Marit heeft donkere wenkbrauwen die door bepaalde huidcellen in haar gezicht worden gevormd. Donkere wenkbrauwen is een erfelijke eigenschap.
Een cel in de long van Marit bevat ... de informatie voor donkere wenkbrauwen.

1. Wel
2. Niet

Thema 1 Organen en cellen.

Basisstof 5: gewone celdeling (mitose)

1.5.1 Je kunt beschrijven hoe een gewone celdeling (mitose) verloopt, wat het doel van de mitose is en wat de kenmerken ervan zijn.

de vorming van nieuwe cellen

• Stap 1: kopiëren van de chromosomen.

Elk chromosoom vormt een kopie van zichzelf (het origineel). Je ziet dat hiernaast getekend, boven de cel van stap 1. De beide DNA-ketens zitten op één plaats aan elkaar vast.

• Stap 2: spiraliseren van de DNA-ketens.

De DNA-ketens van elk chromosoom rollen zich op in een spiraal. Hierdoor worden de chromosomen korter en dikker. Je ziet dat hiernaast getekend, boven de cel van stap 2. De chromosomen worden daardoor zichtbaar met een microscoop.

• Stap 3: kerndeling. 

De twee DNA-ketens (origineel en kopie) van elk chromosoom gaan uit elkaar. Het ene punt waarop ze aan elkaar vastzitten, laat los. Elke dochtercel krijgt één DNA-keten van elk chromosoom. Elke dochtercel bevat daardoor dezelfde informatie voor erfelijke eigenschappen als de moedercel. Het zijn dus exacte kopieën van de moedercel.

• Stap 4: celdeling.

Tussen de kernen van beide dochtercellen ontstaan twee celmembranen. Daardoor wordt het cytoplasma van beide dochtercellen gescheiden. Er zijn nu twee dochtercellen ontstaan.

• Stap 5: plasmagroei.

De nieuwe cellen vormen extra cytoplasma en worden groter.

Huiswerk

Opdracht 1-2 in je boek

(BLZ 33)

en

opdracht 4 t/m 6 in je schrift

(BLZ 34-35)

Waardoor wordt elke dochtercel na afloop van een gewone celdeling net zo groot als de moedercel?

1. Door celdeling
2. Door kerndeling
3. Door plasmagroei

stap 1

Stap 2

Stap 4

Stap 3

Stap 5

Stap 6

Stap 7

Stap 8