Herhaling grammatica ng

Herhalingsstof grammatica
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Herhalingsstof grammatica

Slide 1 - Diapositive

In deze les: 
Herhalen we lesstof van het naamwoordelijk gezegde,

Slide 2 - Diapositive

Kenmerken NG
  • Bestaat uit een werkwoord en een woordgroep van één of meer naamwoorden (bijvoeglijk/ zelfstandig).
  • Een koppelwerkwoord in het NG koppelt een toestand of eigenschap aan onderwerp.  
  • In een naamwoordelijk gezegde staat één koppelwerkwoord soms aangevuld met hulpwerkwoorden. 

Slide 3 - Diapositive

mama werkt (WG)
mama ziek (NG)
Onderscheid tussen WG en NG "in kleutertaal"

Slide 4 - Diapositive

AB-vragen
Let op: je hebt maar 10 sec

Slide 5 - Diapositive

Mijn zuster wil later als beroemd concertpianiste met alle orkesten spelen.
A
wg
B
ng

Slide 6 - Quiz

Ik heb je duizendmaal gevraagd om je kamer op te ruimen.
A
wg
B
ng

Slide 7 - Quiz

Zij is hiervan nooit op de hoogte geweest.
A
wg
B
ng

Slide 8 - Quiz

Het is ook niet zo simpel allemaal.
A
wg
B
ng

Slide 9 - Quiz

NG koppelwerkwoorden

Slide 10 - Diapositive

Koppelwerkwoorden: 
Zijn, worden, blijven
Kijk in de zin of het werkwoord daadwerkelijk het onderwerp koppelt  aan een naamwoord(groep). 

Slide 11 - Diapositive

Koppelwerkwoorden: 
Schijnen, lijken, blijken, heten, dunken en voorkomen kunnen ook een koppelwerkwoord zijn.  
Test of je achter een zin met bv schijnen ook "te zijn" kunt plaatsen. Is dat zo? Dan is het een NG. 

Slide 12 - Diapositive

ABCD-vragen
In de volgende quizvragenronde heb je 20 sec bedenktijd 

Slide 13 - Diapositive

Hij is gisteravond plompverloren de verkeerde kant uit gegaan.
A
is [uit] gegaan = NG
B
is [de verkeerde kant ] uit gegaan = NG
C
is gegaan = wg
D
is [gisteravond] gegaan = NG

Slide 14 - Quiz

Ik ben vandaag niet voor het donker terug.
A
ben = WG
B
ben [terug] = NG
C
ben [niet voor het donker terug] = NG
D
ben terug = wg

Slide 15 - Quiz

Huh? 
  • Een NG = ow + naamwoord: terug is een bijwoord. 
  • "Ik ben terug" lijkt qua grammaticale structuur dus meer op "Ik ben op school" of "Ik ben op tijd", dan met "Ik ben thuis". 

Slide 16 - Diapositive

Door met de quiz

Slide 17 - Diapositive

Mag een voetbaltrainer uit zijn slof schieten?
Wat is het gezegde?
A
mag [uit zijn slof] schieten = NG
B
mag schieten =WG
C
mag [schieten] = NG
D
mag uit zijn slof schieten = WG

Slide 18 - Quiz

Door ontbossing zijn overstromingen een groot risico geworden.
A
zijn [overstromingen] geworden = NG
B
zijn [een risico] geworden = NG
C
zijn [een groot risico] geworden = NG
D
zijn geworden = WG

Slide 19 - Quiz

Denk ook aan...
De werkwoordelijke uitdrukking...?
Een figuurlijke uitspraak hoort bij het werkwoordelijk gezegde. 

Slide 20 - Diapositive

Door met de quiz
Let op de werkwoordsvorm!

Slide 21 - Diapositive

Met de nieuwe inrichting zal de woonkamer een stuk gezelliger kunnen worden.
A
zal = zww, kunnen = hww, worden = kww
B
zal = hww, kunnen = hww, worden = zww
C
zal = hww, kunnen = zww, worden is=kww
D
zal & kunnen = hww, worden = kww

Slide 22 - Quiz

De liedjes van K3 zijn jarenlang geliefd geweest bij een jeugdig publiek.
A
zijn = hww, geweest = hww, geliefd = zww
B
zijn = hww, geweest = kww
C
zijn = hww, geweest = zww
D
zijn = kww, geweest = hww

Slide 23 - Quiz

Werken uit Kern (hh NG)
Sluit je device en berg deze op. 
Neem Kern: grammatica erbij. 
Maak opdracht 5, 6, 7 & 8 (p 39). 

Slide 24 - Diapositive