KOSTEN

• Economie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

variabele en constante kosten

omzet

afzet

brutowinst en  nettowinst

omzet =prijs x afzet

inkoopwaarde: wat kostten mijn goederen toen ik ze inkocht als ondernemer?

Inkoopwaarde van de goederen 8000 euro
Bedrijfskosten: 1500 euro
Afzet 500 stuks
Gemiddelde verkoopprijs: 20 euro
Wat is de brutowinst?

1. 10000 euro
2. 8500 euro
3. 2000 euro
4. 2500 euro

omzet =prijs x afzet

bedrijfskosten: huur, lonen, marketing etc.

loonkosten: brutoloon + werkgeverspremies

Inkoopwaarde van de goederen 8000 euro
Bedrijfskosten: 1500 euro
Afzet 500 stuks
Gemiddelde verkoopprijs: 20 euro
Wat is de nettowinst?

1. 1000 euro
2. 850 euro
3. 2000 euro
4. 500 euro

variabele kosten zijn:

1. kosten die niet veranderen met de drukte in het bedrijf
2. kosten die wel veranderen met de drukte in het bedrijf

Omzet =

1. afzet x verkoopprijs
2. afzet x brutowinst
3. afzet x verkoopwaarde
4. afzet x inkoopprijs

Omzet=...
Afzet=...

1. Omzet=aantal stuks Afzet=aantal x de prijs
2. Omzet=aantal stuks x de prijs Afzet = aantal stuks

Het aantal producten dat is verkocht is

1. Afzet
2. Omzet

De totale verkoop in geld uitgedrukt

1. Afzet
2. Omzet

loonkosten zijn:

1. variabele kosten
2. vaste kosten

TK = 0.5q+500. Bij 50 stuks zijn de vaste kosten per product.

1. €10
2. €25
3. €500
4. €1.250

TO = 300.q
TK = 250.q + 200.000
TO totale opbrengst in euro's;
TK totale kosten in euro's;
q = geproduceerde en verkochte hoeveelheid
Hoe groot zijn de totale constante kosten in euro's?

formules

TO = p x q

TK = TCK + TVK

Break-evenafzet: bij welke Q geldt: TO = TK

bijvoorbeeld: variabele kosten zijn 8,-, constante kosten zijn 25.000, TK = 8Q + 25.000

Verkoopprijs is 13,-: TO = 13Q

TO = TK  13Q = 8Q + 25.000 -> 5Q = 25.000 -> Q = 5.000 stuks, dit is de break-even afzet

TO = 300.q
TK = 250.q + 200.000
TO = totale opbrengst in euro's.
TK = totale kosten in euro's.
q= geproduceerde en verkochte hoeveelheid.
Hoeveel producten moet het bedrijf maken/verkopen voor de break-even afzet?

Gegeven zijnde volgende functies van kosten en opbrengsten van een onderneming.
TO = 25Q
TK = 15Q + 5.000
Het aantal producten wordt voorgesteld door Q.
TO is de totale opbrengst in euro's per jaar.
TK zijn de totale kosten in euro's per jaar.
Wat is de verkoopprijs van dit product?

Tot de constante kosten van een bakkerij rekenen we...

1. de huur van het bedrijfspand.
2. de grondstofkosten.
3. de loonkosten.
4. geen van de voorbeelden.

Gegeven zijnde volgende functies van kosten en opbrengsten van een onderneming.
TO = 25Q
TK = 15Q + 5.000
Het aantal producten wordt voorgesteld door Q.
TO is de totale opbrengst in euro's per jaar.
TK zijn de totale kosten in euro's per jaar.
Wat zijn de vaste kosten van dit product?

Gegeven zijnde volgende functies van kosten en opbrengsten van een onderneming.
TO = 25Q
TK = 15Q + 5.000
Het aantal producten wordt voorgesteld door Q.
TO is de totale opbrengst in euro's per jaar.
TK zijn de totale kosten in euro's per jaar.
Wat zijn de variabele kosten per product?

Gegeven zijnde volgende functies van kosten en opbrengsten van een onderneming.
TO = 25Q
TK = 15Q + 5.000
Het aantal producten wordt voorgesteld door Q.
TO is de totale opbrengst in euro's per jaar.
TK zijn de totale kosten in euro's per jaar.
Wat is de totale winst als de ondernemeing 800 produkten maakt?

Gegevens van een onderneming:
TO = 25Q
TK = 15Q + 5.000
Het aantal producten wordt voorgesteld door Q.
TO is de totale opbrengst x 1000 euro per jaar.
TK zijn de totale kosten x 1000 euro per jaar.
Hoe hoog zijn de variabele kosten per product als de onderneming 800 producten maakt?

1. € 6,25
2. € 15,00
3. € 21,25
4. € 25,00