KT1: Taalverzorging: persoonsvorm

Taalverzorging
persoonsvorm
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 1

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Taalverzorging
persoonsvorm

Slide 1 - Diapositive

Doel van de les
  • Je weet wat de persoonsvorm is: het is een vorm van het werkwoord
  • Je kunt werkwoorden in de zin vinden
  • Je weet hoe je de persoonsvorm kunt vinden: met de vraagproef en de tijdproef

Slide 2 - Diapositive

Wat is ook alweer een werkwoord?

Slide 3 - Question ouverte

Noteer het werkwoord
Als het er meer zijn, schrijf dan alle werkwoorden op met een komma ertussen.

Slide 4 - Diapositive

Pieter is al meer dan 80 jaar beroemd

Slide 5 - Question ouverte

Dit weekend gaan we drie films kijken

Slide 6 - Question ouverte

Moet je elke dag in de winkel helpen?

Slide 7 - Question ouverte

persoonsvorm

Slide 8 - Diapositive

Persoonsvorm
  • In elke zin staan een of meer werkwoorden
  • Persoonsvorm is een werkwoord
  • In elke zin staat dus een persoonsvorm


Slide 9 - Diapositive

Hoe vind je de pv?
- het werkwoord dat van plaats of tijd kan veranderen is de persoonsvorm
- De persoonsvorm van het werkwoord kun je vinden door de vraagproef (een zin vragend maken) en door de tijdproef (de zin in een andere tijd zetten).

Slide 10 - Diapositive

Wat zijn de werkwoorden in de zin:
Mijn vader is aan het klussen

Slide 11 - Question ouverte

Maak een vraagzin:
Mijn vader is aan het klussen

Slide 12 - Question ouverte

Zet in de verleden tijd:
Mijn vader is aan het klussen.

Slide 13 - Question ouverte

Wat is de persoonsvorm?
Mijn vader is aan het klussen.
A
aan
B
vader
C
klussen
D
is

Slide 14 - Quiz

Wat is de persoonsvorm?
De bouwvakkers zijn allemaal klaar met werken.
A
zijn
B
bouwvakkers
C
werken
D
klaar

Slide 15 - Quiz

Wat is de persoonsvorm?
We renden naar huis, maar we kwamen te laat.
A
renden
B
kwamen
C
kwamen en renden
D
kwamen te laat

Slide 16 - Quiz

Evaluatie

Slide 17 - Diapositive

Hoe kun je de persoonsvorm vinden?

Slide 18 - Question ouverte

Wat vind je nog lastig?

Slide 19 - Question ouverte