4.1 De bouwstenen van stoffen

• Nask / Techniek
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

4.1

Welkom ga rustig zitten volgends de plattegrond.

Pak je pen, schrift en laptop

Planning 

korte herhaling

leerdoelen

uitleg over 4.1

huiswerk

Leerdoelen

Aan het einde van de les kunnen je uitleggen wat het verschil is tussen atomen en moleculen

Bauxiet(s) ontleed tot aluminium en zuurstof geef het reactieschema

Waterstofchloride reageert met ammoniak tot salmiak. Het reageert in de verhouding 15 : 7

a: Je hebt 70 gram waterstofchloride hoeveel ammoniak heb je nodig?

4.1 De bouwstenen van stoffen.

Atomen en moleculen

Moleculen

Dit zijn hele kleine deeltjes. Stoffen bestaan uit moleculen.

Als een stof uit één soort molecuul bestaat is het een zuivere stof. 

Atomen

Alle moleculen bestaan uit atomen. Atomen kun je niet vernietigen.

 

Atomen herkennen 

Een atoom kun je herkennen doordat hij altijd een hoofdletter heeft, of een hoofdletter en een kleiner letter.

bijvoorbeeld:

C= koolstof

O= zuurstof

He= helium

Wat is de goed volgorde van groot naar klein.

1. een pot suiker, atoom, molecuul
2. atoom, molecuul, een pot suiker
3. een pot suiker, molecuul, atoom
4. molecuul, een pot suiker, atoom

Een kolom noem je een groep,

een rij noem je een periode

De edelgassen

De edelgassen staan in groep 18. Deze bestaat uit Helium, Neon, Argon en Krypton.

De halogenen

De halogenen staan in groep 17. Deze bestaan uit Fluor, Chloor, Broom en Jood.

Huiswerk

4.1: 2, 3, 5, 6, 9, 11, 12, 15, 17, 18, 19, 22, 24

4.2: 4, 5, 23

Eerst 5 minuten in stilte daarna mag je overleggen.

3.2

leg uit wat het verschil is tussen een atoom en een molecuul.

Elementen bingo