Thema 2 B5 Weefselvloeistof en lymfe

Programma
bespreken T2B5
opdrachten tussendoor
huiswerkopgaven
exit ticket
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Programma
bespreken T2B5
opdrachten tussendoor
huiswerkopgaven
exit ticket

Slide 1 - Diapositive

Leerdoel B5

Je kunt de de kenmerken en functies van weefselvloeistof en lymfe toelichten

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

0

Slide 4 - Vidéo

Slide 5 - Diapositive

Welke van de volgende stoffen kan niet vrij een haarvat in en uit bewegen?
A
CO2
B
glucose
C
witte bloedcel
D
geen van bovenstaande stoffen

Slide 6 - Quiz

Weefselvloeistof
  • Hoge bloeddruk aan het begin van een haarvat zorgt voor filtratie

  • Grote eiwitmoleculen in haarvat bepalen de osmotische waarde = colloïd osmotische druk

  • Hoge colloïd-osmotische druk --> absorptie of terugresorptie

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Bespreek in tweetallen
Waarom vindt deze uitwisseling alleen in de haarvaten plaats en niet in de rest van het circulatiesysteem

Slide 9 - Diapositive

Binas tabel 84G

Slide 10 - Diapositive

Vraag
Wanneer de bloeddruk in een haarvat plotseling toeneemt. Neemt de hoeveelheid weefselvloeistof toe/af

Slide 11 - Diapositive

Vraag
Wanneer de bloeddruk in een haarvat plotseling toeneemt. Neemt de osmotische waarde in het haarvat toe/af

Slide 12 - Diapositive

Lymfe
  • Niet alle weefselvloeistof terug haarvat in --> deel afgevoerd via de lymfevaten
  • voortstuwing lymfe door:
    spieren rondom en kleppen verhinderen terugstroom
  • Lymfeknopen
  • Rechterlymfestam en borstbuis

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Oedeem
Bij oedeem hoopt weefselvloeistof zich op rondom de buik of de onderbenen en voeten 
Geef 3 oorzaken voor het ontstaan van oedeem. Denk aan de lesstof die we net besproken hadden.

Bespreek in tweetallen 

Slide 15 - Diapositive

Antwoord
Ophoping van weefselvloeistof betekent te weinig afvoer:
- te hoge bloeddruk
- te lage colloid osmotische druk in haarvaten (of te hoog in de weefselvloeistof
- verstopping lymfevat

Slide 16 - Diapositive

Opdrachten
Maak: opdracht 58 en 59
uitdaging: 56c, 57b, 58e, 59

Huiswerk: lees Thema 3 B1 vast door t/m blz 120 
en maak opdracht 1 t/m 5

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Lien

Slide 19 - Lien

Eventueel nog een andere uitlegvideo nodig?

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Vidéo

Voor een onderzoek wordt van iemand bloed afgenomen. Het bloed wordt opgevangen in twee buizen: 1 en 2. De inhoud van buis 1 wordt direct na afname onderzocht op de aanwezigheid van fibrinogeen en fibrine. Buis 2 laat men enige tijd staan, tot zich boven in deze buis een heldere, iets gelige vloeistof bevindt en onder in de buis een rood stolsel. Dan onderzoekt men ook de inhoud van buis 2 op de aanwezigheid van fibrinogeen en fibrine.
A
In de buizen 1 en 2 vindt men vooral fibrine
B
In buis 1 vindt men vooral fibrine en in buis 2 vooral fibrinogeen
C
In buis 1 vindt men vooral fibrinogeen en in buis 2 vooral fibrine
D
In de buizen 1 en 2 vindt men vooral fibrinogeen

Slide 22 - Quiz

Vier gebeurtenissen zijn:
1) de bloeddruk in de ader van het orgaan daalt,
2) de bloeddruk in de ader van het orgaan stijgt,
3) de bloeddruk in de slagader van het orgaan daalt,
4) de bloeddruk in de slagader van het orgaan stijgt.
Door welke van deze gebeurtenissen vindt een toename plaats van de hoeveelheid lymfe die uit dit orgaan wordt afgevoerd?
A
1 en 3
B
1 en 4
C
2 en 3
D
2 en 4

Slide 23 - Quiz

Wanneer de bloeddruk plotseling toeneemt, wat betekent dit voor
A
Osmotische druk
B
Filtratie
C
Resorptie
D
Bloeddruk

Slide 24 - Quiz

Wat wordt er weergegeven met de blauwe pijlen?
A
Bloeddruk
B
Lymfe
C
Osmotische druk
D
Plasma

Slide 25 - Quiz

Wat bevind zich niet in weefselvloeistof ?
A
witte bloedcellen
B
afvalstoffen
C
rode bloedcellen
D
zuurstof

Slide 26 - Quiz

Hoe kan oedeem ontstaan?
A
te weinig eiwitten in voeding
B
verstopte lymfevaten
C
hoge bloeddruk
D
A, B en C zijn allemaal goed

Slide 27 - Quiz

En nog video over aangeboren hartafwijkingen?

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Vidéo

Huiswerk
  • Maak de opdrachten 56 t/m 59

  • Neem daarna de context 'Internist-hematoloog' door en maak opdracht 60

Slide 30 - Diapositive

Op de volgende bladzijden vind je een video ter herhaling van het hele thema en oefentoetsen

Slide 31 - Diapositive

0

Slide 32 - Vidéo

Slide 33 - Lien