1.3: Denken en doen

1.3: Denken en doen
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo b, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

1.3: Denken en doen

Slide 1 - Diapositive

Deze les:
  • Herhaling vorige keer.
  • 1.3: Denken en doen
  • Begin maken met de vragen.

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Jagers & verzamelaars
Boeren
Wonen op een vaste plek
Boerderijen
Nomaden
voedsel in potten
Kleine groepen. Max 30.

Slide 4 - Question de remorquage

Jager- verzamelaars:

- nomaden
-kleine hutjes/ tijdelijke onderkomens
- jagen, verzamelen, vissen
- weinig spullen
- kleine groepen van max. 30 personen.

Boeren:

- wonen op een vaste plek
- boerderijen
- akkerbouw en veeteelt 
- potten en andere bezittingen
- wonen in dorpen

Slide 5 - Diapositive

1.3: Denken en doen
In deze paragraaf leer je:
- hoe boeren hun voorouders vereerden
- waarom boeren goden in de natuur vereerden
- welke kleine verschillen tussen jager- verzamelaars er waren
- hoe verschillen tussen boeren groter werden.

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Boeren vereerden goden in de natuur. Natuurgodsdiensten ontstonden doordat mensen veel onbegrijpelijke dingen meemaakten.

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Kleine verschillen tussen jager-verzamelaars
  • Jager-verzamelaars leefden als nomaden in kleine groepen. Daardoor waren er maar kleine verschillen in:
  • bezit. Jager-verzamelaars konden weinig bezitten doordat ze weinig konden meenemen.
  • aanzien: waardering, hoe belangrijk iemand wordt gevonden.
  • macht: als je anderen kunt laten doen wat je wilt. Jager-verzamelaars namen samen besluiten.

Slide 12 - Diapositive

Grote verschillen tussen boeren
  • In de landbouwsamenleving ontstonden grotere verschillen in bezit, macht en aanzien.

  • Boeren konden veel bezitten en sommige boeren werden rijker dan andere. 

  • Er kwamen dorpshoofden met meer macht. 

  • Mensen met meer bezit of macht kregen meer aanzien. 

Slide 13 - Diapositive

Grote verschillen tussen boeren:
  • Dit soort verschillen tussen mensen en groepen in een samenleving noemen we sociale verschillen.

  • Boeren moesten met meer mensen rekening houden en afspraken maken. Als er conflicten waren, moesten ze die samen oplossen.

Slide 14 - Diapositive

  • Hoe werden voorouders vereerd?
  • Wat zijn natuurgoden?
  • Wat voor verschillen hadden boeren onderling?

Slide 15 - Diapositive

Aan de slag:
Lees de theorie en maak daarna de opdrachten van paragraaf 1.3

Slide 16 - Diapositive