Deel A les 1.5

Nask
  • Pak je laptop
  • Log in op lessonup.app
timer
2:00
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Nask
  • Pak je laptop
  • Log in op lessonup.app
timer
2:00

Slide 1 - Diapositive

Nask
Even herhalen van de vorige lessen

Slide 2 - Diapositive

Natuurkunde en scheikunde gaan over natuurverschijnselen. Wat zijn natuurverschijnselen.
A
dingen die dieren doen
B
dingen die gebeuren in de natuur
C
dingen die planten doen

Slide 3 - Quiz

Een stof verandert van toestand.
Dat hoort bij?
A
biologie
B
natuurkunde
C
scheikunde

Slide 4 - Quiz

Hoe heet dit glas?
A
Kookkolf
B
Reageerbuis
C
Erlenmeyer
D
Maatcilinder

Slide 5 - Quiz

Bij welk vak hoort het verschijnsel een bloeiende bloem?
A
biologie
B
natuurkunde

Slide 6 - Quiz

Verbranden is een scheikundig proces
A
Waar
B
Niet Waar

Slide 7 - Quiz

Muziek hoort bij:
A
nask
B
biologie

Slide 8 - Quiz

Plastic maken hoort bij?
A
Biologie
B
Nask

Slide 9 - Quiz

Water bevriest in de diepvries
A
natuurkunde
B
scheikunde

Slide 10 - Quiz

Een ijzeren hek verroest
A
natuurkunde
B
scheikunde

Slide 11 - Quiz

Bij natuurkunde en scheikunde doe je soms onderzoek. Waarom?
A
Om iets te maken
B
Om iets te ontdekken
C
Om iets terug te vinden
D
Om iets van buiten te leren

Slide 12 - Quiz

Wat is dit?
A
Kookkolf
B
Erlenmeyer
C
Bekerglas
D
Reageerbuis

Slide 13 - Quiz

Hoe noemen we dit
A
Bekerglas
B
Maatcilinder
C
Erlenmeyer
D
Kookkolf

Slide 14 - Quiz

Hoe noem je onderzoek doen bij nask?
A
Proefjes
B
gewoon les
C
Practicum
D
Conclusie

Slide 15 - Quiz

Mika zet zijn veiligheidsbril af als hij een vloeistof verwarmt.
A
goed
B
fout

Slide 16 - Quiz

Noah heeft lang haar en bindt dat in een staart
A
goed
B
fout

Slide 17 - Quiz

Deborah proeft of een vloeistof zoet is.
A
goed
B
fout

Slide 18 - Quiz

Sleep het goede woord naar de letter.
gaskraan
luchtschijf 
schoorsteen
warmste deel 
van de vlam
minder warm deel van de vlam

Slide 19 - Question de remorquage

De pauzevlam is
A
rood
B
geeloranje
C
blauw
D
groen

Slide 20 - Quiz

De stille blauwe vlam gebruik je
A
om iets warm te houden
B
als je veel wilt verwarmen
C
als je de brander even niet nodig hebt

Slide 21 - Quiz

De blauwe ruisende vlam gebruik je
A
als je de brander even niet nodig hebt
B
als je wat warm wilt houden
C
Als je veel wilt verwarmen

Slide 22 - Quiz

De pauzevlam gebruik je
A
als je de brander even niet nodig hebt
B
als je iets warm wilt houden
C
als je veel moet verwarmen

Slide 23 - Quiz

Doel van deze les:
  • 1.5.1 Je kunt van een aantal meetapparaten uitleggen waarvoor je ze gebruikt.
  • 1.5.2 Je kunt het verschil uitleggen tussen analoge en digitale meetapparatuur.
  • 1.5.3 Je kunt beschrijven wat een grootheid en wat een eenheid is.

Slide 24 - Diapositive

We lezen samen:
Paragraaf 1.5

vanaf: Tijd meten
De 'Oranje opdrachten doen we in het boek blz. 39 en 40 en 43 en 44
De andere opdrachten van 1.5 maken we online


Slide 25 - Diapositive