Cette leçon contient 15 diapositives, avec diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Nieuw Nederlands Klas 3 Hoofdstuk 1
Grammatica zinsdelen (blz. 30)
Slide 1 - Diapositive
Stappenplan zinsontleding
Een stappenplan gebruik je om tot een goed eindresultaat te komen. Vandaag gaan we het ook hebben over een stappenplan. Een stappenplan om zinnen te ontleden. We beginnen met grammatica zinsdelen H1.
Slide 2 - Diapositive
Lesdoel
Aan het eind van deze les kan je met behulp van een stappenplan zinsdelen benoemen. Je weet in welke volgorde een zin ontleed moet worden en hoe de verschillende delen heten.
Slide 3 - Diapositive
Wat weet je nog?
Welke zinsdelen ken je nog? Hoe vind je die zinsdelen dan? Hoe verdeel je ook alweer een zin in zinsdelen?
Slide 4 - Diapositive
Persoonsvorm (PV)
De persoonsvorm is een werkwoord in de zin.
Je vindt de PV door de zin vragend te maken; het eerste werkwoord is dan de PV!
Slide 5 - Diapositive
Onderwerp (OW)
Het onderwerp geeft aan wie of wat iets doet in de zin.
OW=wie/wat + PV + overige werkwoorden ?
Slide 6 - Diapositive
Werkwoordelijk Gezegde (WWG)
Het werkwoordelijk gezegde bestaat uit ALLE werkwoorden in een zin. Dus OOK de persoonsvorm!
Slide 7 - Diapositive
Lijdend Voorwerp (LV)
LV=wie/wat + Ond + WWG ?
Slide 8 - Diapositive
Meewerkend Voorwerp (MV)
MV= aan/voor wie + Ond + WWG + LV ?
Slide 9 - Diapositive
Bijwoordelijke Bepaling (BwB)
Geeft antwoord op vragen als waar? Waarheen? Waarover? Waarom? Waardoor? Wanneer?
Ook wel 'Het 'vuilnisbakje' van de zin' genoemd!
Slide 10 - Diapositive
Wat is nu dus het stappenplan om zinsdelen te benoemen?
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Aan het werk!
•Maak opgave 1 t/m 3 van 'Grammatica (zinsdelen)' op bladzijde 30 van je lesboek.
Slide 13 - Diapositive
Als je klaar bent:
(Bijna) alles goed? Ga verder met de opdrachten 5 en 6 (Te) veel fouten gemaakt? Vraag hulp aan de docent.
Slide 14 - Diapositive
Wat heb je nu geleerd?
Het stappenplan om zinnen te ontleden. Eerst zoek je de ... Dan doe je de ... Vervolgens zoek je het ... Daarna benoem je het ... Hierna zoek je het ...