1.5 Laag Nederland

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 1

1.5 Laag-Nederland

Leerdoelen

• Je weet wat veen is en wat dijken en polders zijn.

• Je begrijpt waarom er veel klei en veen in Laag-Nederland voorkomt en hoe de mens daar bruikbare landbouwgrond van gemaakt heeft.

Zonder duinen en dijken zou 66 procent van Nederland regelmatig onder water staan. Wat zou er allemaal in Nederland misgaan als Amsterdam en Rotterdam zouden overstromen?

Wat doen we tijdens deze les?

* Terugblik vorige les

* Vragen over het huiswerk? 

* Theorie 1.5

* Aan de slag

Hoog Nederland

Laag Nederland

Het zandlandschap is onvruchtbaar. Wat werd er gebruikt om ervoor te zorgen dat er planten op de akkers groeiden?

1. Grind
2. Zand
3. Mest
4. Klei

Het Noordelijke deel van Nederland was bedekt met een dikke laag ijs. Hoe heet dit ijs?

Het landijs schoof al het zand en grind opzij en vormde heuvels. Deze heuvels worden ........ genoemd.

Hoog-Nederland

Vragen 

1. Schrijf eerst zelf op wat je denkt

2. Overleg met elkaar

3. Kom tot een gezamenlijk antwoord

Nodig: boek + wisbordjes

Vraag 1:

Hoe was Nederland veranderd als de zeespiegel snel was gestegen?

Vraag 2

Af en toe sloeg de zee een gat in de duinen. Hierdoor stroomde het  zeewater naar binnen. 

                                        Wat ontstond hierdoor?

Vraag 3

Toen het gat in de duinen dichtging  ontstond achter de duinen een groot  moeras. 

               Wat ontstond in dit moeras?

Vraag 4

De terpen beschermden mensen tegen zeewater, maar de lage delen liepen nog steeds onder water.

Wat is de oplossing voor dit probleem?

Vraag 5

Door de dijken kan regenwater niet meer zelf terug naar de zee stromen.

Om dit probleem op te lossen 

moet water uit dit gebied worden weggepompt. 

Hoe noem je dit gebied?

Vraag 6

Polders werden vroeger drooggemalen door molens. 

Hoe gebeurt dit tegenwoordig?

Vraag 7

Wat gebeurt er met Laag-Nederland als er geen dijken zouden zijn?

Belangrijke begrippen 1.5

Veen

Terpen

Dijken

Polder

Aan de slag

Paragraaf 1.5

Opdracht 5 & 6 

 OEFENTOETS digitaal

Klaar? Leren voor je toets

Samenvatting - Quiz - Mindmap - Begrippen leren

Paragraaf 1.1 t/m 1.5