4.1 BB3

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1,3

Thema 4 Regeling

Waar denk je aan bij het woord regeling

B1: Het zenuwstelsel  

• Zintuigen 
  
• Zenuwen 
• Spieren 

Wat is geen zintuig

1. Hart
2. Huid
3. Oog
4. Tong

Welke zintuigen ken jij?

Tekst

licht zintuig

gehoor zintuig

reuk zintuig

tast zintuig

smaak zintuig

Bouw van het zenuwstelsel

Bestaat uit twee delen: 

1. Centrale zenuwstelsel: hersenen en het ruggenmerg

2. Zenuwen: lopen vanaf het centrale zenuwstelsel 

naar alle delen van het lichaam.

Prikkels, Impulsen en Beweging

Zintuigen: hiermee neem je waar. Met je zintuigen vang je prikkels op.

 

Prikkel: invloed uit het milieu.

Zintuigcellen ontvangen de prikkels, dan maken de cellen impulsen.

Impulsen: zijn elektrische signalen.

Prikkel wordt in de zintuigcel omgezet in een impuls.

De functies van zintuigen zijn......

1. Prikkels opvangen
2. Impulsen opvangen
3. Prikkels maken
4. Impulsen maken

Sleep de prikkel en impulsen naar de juiste plaats in dit plaatje

Impuls (naar hersenen)

Prikkel

Impuls (naar spieren)

Wat zijn impulsen?

1. Elektrische signalen
2. Prikkels
3. Een ander woord voor zenuwen
4. Zintuigen

wat vervoert de impulsen naar de hersenen?

1. zintuigen
2. zenuwen

Zintuigen zetten prikkels om in impulsen

1. waar
2. niet waar

Functie van het zenuwstelsel

Je zenuwstelsel verwerkt impulsen van al je zintuigen.

Zenuwcellen 

Zenuwcellen bestaan 2 delen: cellichaam en uitlopers.

Hersenen

Ruggenmerg

Zenuw

Zenuw

Zenuwen lopen in twee richtingen. Naar het centrale zenuwstelsel toe, en naar de spieren toe.

Opdrachten 

Zenuwen lopen in twee richtingen. Naar het centrale zenuwstelsel toe, en naar de spieren toe.