Week 3 Telefoongesprek

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Op tafel:

• laptop
• map
• pen
• Oefenboek

Welkom havo 3

• Jas uit en over je stoel. 
  
• Tas van tafel.
• Oortjes en telefoon in je tas. 

Starten met 10 minuten NUMO

Inlog vergeten?

gebruikersnaam: leerlingnummer: 123456

wachtwoord: j123456

Vandaag vrijdag 17 januari: 

Laat je laptop maar even open.

• Numo: al gedaan
• Werkwoordspelling
• Telefoongesprek: wat doe je zoal?
• Opzet uitschrijven
• Telefoongesprek oefenen

Maak een zin in de 3e pers ev tt met het ww 'fietsen'

Maak een vragende zin in de 2e pers ev vt met het ww 'fietsen'

Maak een zin in de 1e pers mv tt met het ww 'computeren'

Maak een zin in de 1e pers ev vt met het ww 'computeren'

Aan het einde van deze les:

• Hebben we het voeren van een telefoongesprek geoefend.
• Weet je verschillen tussen spreektaal en schrijftaal. 
• Eerst: stopwoordjes en stiltes.

Wat heb je gister gedaan? 

Werk in tweetallen. 

Persoon A vertelt wat hij/zij gisteren gedaan heeft. 

Persoon B luistert en turft hoe vaak de ander een stopwoord gebruikt of een stilte laat vallen. 

Draai hierna om. 

Periode 2 

Oefenboek	Handboek
Hst 2 Fictie en werkelijkheid A , B, C, D (E, F) G	Taal en Cultuur - Verhalen hst 12 Taalgebruik- hst 14-19 Verhalen - Plot en andere literaire begrippen hst 8-10
Hst 5 Vermaken & ontroeren A, B, C, D (E) F	Taal & Cultuur - Humor en spot hst 15 Verhalen en gedichten - Beeldspraak hst 16 Taalgebruik- hst 14-19
Werkwoordspelling B Hoofdletters en leestekens D	Taalverzorging - Werkwoordspelling hst 5 Taalverzorging - Hoofdletters en Leestekens - hst 8, 9

Wanneer moet je bellen i.p.v appen/snappen?

Is er een verschil tussen spreek- en schrijftaal? En weer anders dan apptaal? Leg uit.

Telefoongesprek : de situatie

Je hebt  een advertentie gezien op indeed.com voor een baantje als vakkenvuller bij een supermarkt. Er staat dat je moet bellen als je interesse hebt. 

In dat gesprek willen zij een aantal dingen van je weten en een afspraak  maken om je te leren kennen. 

Aan de slag in groepjes van drie

Wat kun je verwachten dat ze van jou vragen in het gesprek?

Hoe begin je?

Welke informatie moet je 'paraat hebben' ofwel bij de hand hebben. 

*parate kennis = informatie die iemand voorhanden heeft;  zonder na te hoeven denken  

Per groepje beantwoorden:
Wat moet je voorbereid hebben voordat je kunt bellen?

Aan de slag in groepjes van drie

1 beller (die het baantje wil)

1 directeur van de supermarkt (die iemand zoekt)

1 leerling die observeert en aantekeningen maakt

Ieder denkt drie minuten na en schrijft steekwoorden op: wat zou jij in het gesprek vragen of waar ga je op letten als observeerder? 

Telefoongesprek oefenen 

1. Je voert het gesprek. Max. twee-drie minuten. De beller wil uitgenodigd worden en verkoopt zichzelf. 
2. De directeur stelt vragen om te kijken of de sollicitant geschikt lijkt.
3. Je sluit af met een afspraak voor een live kennismakingsgesprek.   
4. De observeerder geeft feedback: Tips en Tops
5. Wissel van rol en doe het nog eens. 

Voorbeeldgesprek

Sollicitant: "Goedemiddag, u spreekt met .....Op indeed zag ik uw advertentie waarin u vraagt naar vakkenvullers. Ik zou graag bij u komen werken."

Directeur: "Goedemiddag, wat fijn dat je interesse hebt. Vertel eens wat over jezelf?"

Sollicitant: "Ik ben 14/15/16 jaar. Ik zit in de derde klas van het VWO. Daarnaast voetbal ik graag en game ik. Ik spreek Nederlands, Engels en ....... Ik heb in de avonden en in het weekend tijd om te werken."

Of: Mijn Nederlands is nog niet perfect, maar ik doe hard mijn best om dat te verbeteren. 

Directeur: "Dat klinkt goed, wanneer heb je tijd om bij ons langs te komen voor een gesprek?"

Sollicitant: "Vanmiddag na school heb ik tijd, vanaf 15.00 kan ik bij uw winkel zijn."

Directeur: "Dat klinkt perfect. Het adres is..." Dan hoop ik je vanmiddag te ontmoeten. Tot dan!"

Sollicitant: "Dank u wel voor het gesprek. Tot vanmiddag." 

5,5 uur EN vooruitgang

Let op: 

vanaf nu wordt er gewerkt aan een terugkomuur als je niet op schema ligt!

Nu op Numo: 

leerplan 

werkwoord-spelling => twee keer per week 20 minuten 

Als het goed is ...

Heb je het verschil tussen spreek- en schrijftaal ontdekt

Heb je geoefend met het voeren van een telefoongesprek

Aan de slag met opdrachten: maak opdracht 3, 4, 5 en 6 op pagina 28 van je oefenboek.