Nederlands Werkwoordspelling oefenen voor de toets

Nederlands
Oefenen voor de toets
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Nederlands
Oefenen voor de toets

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen?

  • Klassikaal oefenen werkwoordspelling

  • Zelfstandig oefenen werkwoordspelling

Slide 2 - Diapositive

Vragen?
Zijn er vooraf nog vragen over de stof?

Slide 3 - Diapositive

Persoonsvorm in de t.t.
Ik (spelen) bijna nooit games.

Slide 4 - Question ouverte

Persoonsvorm in de t.t.
Hij (zijn) mijn beste vriend.

Slide 5 - Question ouverte

Persoonsvorm t.t.
Mijn moeder (halen) mij vandaag van school.

Slide 6 - Question ouverte

Persoonsvorm t.t.
(Lopen) jij mee naar de Mac Donalds?

Slide 7 - Question ouverte

Persoonsvorm v.t.
Henk (fietsen) naar huis.

Slide 8 - Question ouverte

Persoonsvorm v.t.
Ik (zwemmen) naar de overkant.

Slide 9 - Question ouverte

Persoonsvorm t.t.
De leraren (maken) makkelijke toetsen.

Slide 10 - Question ouverte

Het hele werkwoord
Fietsten

Slide 11 - Question ouverte

Het hele werkwoord
Geweest

Slide 12 - Question ouverte

Het hele werkwoord
Zwijgt

Slide 13 - Question ouverte

Het hele werkwoord
Heeft

Slide 14 - Question ouverte

Waarom moet je goed opletten met je/jij in de zin?

Slide 15 - Question ouverte

Bedenk een zin in de t.t. en in de v.t. met:
Knutselen

Slide 16 - Question ouverte

Aan het werk
Zoek 2 opdrachten over werkwoordspelling die je al hebt gemaakt en oefen hier nog een keer mee.
Kijk het na met je eerdere antwoorden.
(zelftoetsen)

Klaar?
Leren voor de toets

Slide 17 - Diapositive