Blok 5, week 4, les 3

• Spelling
• Basisschool
• Groep 8

Spelling

Blok 5, week 4, les 3

Einddoel

- Je leert het meewerkend voorwerp herkennen in de zin

Wat is het meewerkend voorwerp in deze zin?
"De auteur heeft het verhaal aan zijn vader opgedragen."

Wat is het meewerkend voorwerp in deze zin?
"De zangeres zong een lied voor aan geliefde."

Wat is het meewerkend voorwerp in deze zin?
"Geeft de arts hem een recept?"

Wat is het meewerkend voorwerp in deze zin?
"Ik leg het jullie nog één keer uit."

Luister naar het woord en schrijf op.

Luister naar het woord en schrijf op.

Luister naar het woord en schrijf op.

Luister naar het woord en schrijf op.

Luister naar het woord en schrijf op.

Luister naar het woord en schrijf op.

In groepjes aan het werk

Blok 5, week 4, les 3