Basisstof 2.8 Erfelijkheidsonderzoek

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Welkom

Ga  rustig op je stoel zitten.

Leg je boek/ laptop/ etui op je tafel.

Log vast in bij LessonUp

Thema 2 Voortplanting en seksualiteit

Basisstof 2.8 Erfelijkheidsonderzoek

Wat gaan we doen?

Bespreken: opdracht 6, 7, 8 van basisstof 2.7

Uitleg basisstof 2.8

Aan de slag

Afsluiten les

Toets: 

Erfelijkheidsonderzoek

Na deze les

• kun je de verschillende erfelijkheidsonderzoeken kort uitleggen.
• ken je het verschil tussen de vlokkentest en een vruchtwaterpunctie.

Wat is erfelijkheidsonderzoek?

- Onderzoek naar genetische ziektes of afwijkingen.

- Doe je wanneer er een ziekte in je familie voorkomt.

Soorten: 

- Genetisch advies

- Prenataal onderzoek

Genetisch advies

- Meeste genen voor erfelijke ziektes zijn recessief. 

- Heterozygoot heeft het zelf niet maar kan wel doorgeven (Drager).

- DNA van verschillende familie leden onderzocht om te kijken hoe groot de kans op ziekte is.

Prenataal onderzoek

- Voor de geboorte.

Soorten:

•  Echoscopie
•  Vlokkentest
•  Vruchtwaterpunctie
• NIPT

Echoscopie

- Door middel van echoscoop: werkt door terugkaatsend geluid. 

- Controle of kind zich goed ontwikkelt. 

Vlokkentest

- Vanaf 8 weken.

- Klein stukje van de placenta wordt weggehaald, dit bevat cellen van de embryo.

- Chromosomen bestuderen op 

eventuele afwijkingen.

- Geslachtschromosomen

Vruchtwaterpunctie

- Vanaf 16 weken.

- Met een naald wordt wat vruchtwater weggezogen, bevat cellen van de embryo.

- Chromosomen onderzoeken

- Geslachtschromosomen.

Gevaren

- Vlokkentest en vruchtwaterpunctie niet zonder gevaar.

- Kans op miskraam wordt (iets) groter.

- Alleen doen wanneer kans op ziekte groter is dan normaal.

- Hoe ouder de moeder is hoe groter de kans op afwijkingen.

- Abortus?

NIPT

• De NIPT(niet-invasieve prenatale test) is een bloedonderzoek. 
• NIPT betekent: niet-invasieve prenatale test (tijdens de zwangerschap). Voor het bloedonderzoek wordt bloed afgenomen uit de arm van de moeder.
• Voordeel: geen risico op een miskraam.
• Nadeel: spoort maar een paar afwijkingen op (o.a. Downsyndroom)

Aan de slag

Lezen: basisstof 2.8

Maken: opdracht 1 t/m 6

Over welke basisstof heb je nog vragen?

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.