Cette leçon contient 51 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
Éléments de cette leçon
Hoofdstuk 5
Zeep en cosmetica
Slide 1 - Diapositive
https:
Slide 2 - Lien
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
hydrofobe staart en hydrofiele kop
Slide 5 - Diapositive
Werking zeep
Soort zoekt soort!
Hydrofobe staart bij het
hydrofobe vet
Hydrofiele kop bij het
hydrofiele water
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Afwassen
Vette pan --> water en afwasmiddel (=zeep) toevoegen. Afwasmiddel vormt micellen met vet.
Je spoelt de micellen weg.
Pan schoon!
Slide 8 - Diapositive
Werking van zeep in basisch middel.
Slide 9 - Diapositive
wasmiddelen
Slide 10 - Diapositive
Andere manieren om schoon te maken:
Schoonmaken met schuurmiddel: mechanische reiniging
Enzymen in wasmiddel: verwijderen voedselvlekken
Slide 11 - Diapositive
Vet is ...
A
hydrofiel
B
hydrofoob
Slide 12 - Quiz
Wanneer noem je een stof hydrofiel?
A
Wanneer de stof niet oplost in water.
B
Wanneer deze stof oplost in water.
Slide 13 - Quiz
Huiswerk
Bestudeer het boek 5.1 en maak 1 t/m 7
Slide 14 - Diapositive
Hard water
Hard water:
Bevat veel kalk (calcium en magnesium zouten)
Gevolgen:
Kalkaanslag
Zeep wordt minder werkzaam
Slide 15 - Diapositive
Ontharden
Je kunt hard water (water dat opgelost kalk bevat) ontharden door:
Het water te koken (gedestillerd water)
Zeolieten (=mineralen die kalk binden) toe te voegen. Zeolieten zitten in waspoeder.
Soda toe te voegen
Zeolieten
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
Oppervlakte spanning
Watermoleculen zitten dicht op elkaar en plakken aan elkaar.
Slide 18 - Diapositive
Hoe komt het dat sommige insecten op water kunnen lopen?
Water heeft een grote oppervlaktespanning doordat moleculen elkaar stevig vasthouden. Dit komt door de twee binden die water aangaat.
Welke soorten bindingen gaat water aan?
VanderWaalsbindingen en H-bruggen.
Slide 19 - Diapositive
Zeep verwijdert vuil en vetvlekken. Bij het wassen hechten zeepdeeltjes aan vuildeeltjes. Welke tekening is juist?
A
tekening 1
B
tekening 2
C
tekening 3
D
tekening 4
Slide 20 - Quiz
Voor het schoonmaken van je huid kan je reinigingsmelk gebruiken. Deze bestaat onder andere uit water en olie. Hoe heet een mengsel van water en olie?
Slide 21 - Question ouverte
Huiswerk
Bestudeer het boek 5.1 en maak 8 t/m 14
Slide 22 - Diapositive
Slide 23 - Diapositive
Slide 24 - Diapositive
Slide 25 - Diapositive
Huiswerk
voer het practicum pH meten uit, zie its learning.
Slide 26 - Diapositive
Peter wil de pH van ammonia bepalen. Hij ontdekt dat de stof basisch is. Tussen welke waarden ligt de pH van ammonia
A
tussen de 0 en 6
B
tussen 8 en 14
C
rond de 0
D
rond de 7
Slide 27 - Quiz
Hoe zou Peter de pH bepaald hebben?
Slide 28 - Question ouverte
Leg uit of de pH van de oplossing in de emmer verandert als Peter een scheut water toevoegt.
Slide 29 - Question ouverte
Leg uit tot hoeveel hoger of lager de pH kan gaan.
Slide 30 - Question ouverte
Een stof met een pH waarde van 12 is een
A
zuur
B
base
Slide 31 - Quiz
Een stof met een pH waarde van 3 is een
A
zuur
B
base
Slide 32 - Quiz
maagsap is een
A
zuur
B
base
Slide 33 - Quiz
Als je maar genoeg water bij een zuur gooit wordt het uiteindelijk een base
A
juist
B
onjuist
Slide 34 - Quiz
Welke stoffen zijn hydrofiel?
A
Zout
B
zwarte peper
C
witte peper
D
suiker
Slide 35 - Quiz
Je doet olie, ether en water in een erlenmeyer. Daarna sluit je de erlenmeyer af met een stop en schud hem langdurig. Als je de erlenmeyer even laat staan ziet je twee lagen, zie de tekening. Welke van de conclusies is op grond van deze proef juist?
A
ether en olie zijn hydrofiel
B
olie is hydrofiel en ether is hydrofoob
C
ether en olie zijn hydrofoob
D
olie is hydrofoob en ether is hydrofiel
Slide 36 - Quiz
Stel je neemt 50 mL van een zure oplossing met pH 4. Hierbij doe je 50 mL demiwater. Wat gebeurt er met de pH?
A
De pH daalt maar wordt niet lager dan 0
B
De pH stijgt maar wordt niet hoger dan 7
C
De pH daalt maar je kan niets zeggen over de nieuwe pH
D
De pH stijgt maar je kan niets zeggen over de nieuwe pH
Slide 37 - Quiz
gootsteenontstopper is agressiever dan groene zeep. De pH van gootsteenontstopper is
A
hoger dan groene zeep
B
lager dan groene zeep
C
3
D
kun je niet zeggen
Slide 38 - Quiz
Hoe zuurder een oplossing is hoe ... de pH
A
hoger
B
lager
Slide 39 - Quiz
Slide 40 - Diapositive
Slide 41 - Diapositive
Waarom zou je bleekwater niet in combinatie met andere producten mogen gebruiken?
Slide 42 - Question ouverte
Op een fles verfverdunner staat: Licht ontvlambaar. Schadelijk bij inademing, opname door de mond en aanraking met de huid. Welke twee pictogrammen horen op de fles verfverdunner te staan?
D
C
B
A
A
pictogram A
B
pictogram B
C
pictogram C
D
pictogram D
Slide 43 - Quiz
Huiswerk
Maak de opgaven 15 t/m 22
Slide 44 - Diapositive
Slide 45 - Vidéo
Productie van basische reinigingsmiddelen
Slide 46 - Diapositive
Base
Slide 47 - Diapositive
Huiswerk
Bestudeer het boek 5.3 en maak 23 t/m 29
Slide 48 - Diapositive
5.4 productie op industriële schaal
Productie gebeurt in reactoren.
Vaak ontstaat er een bijproduct
Het proces wordt weergegeven in een blokschema met in elk blok een bewerking( mengen, scheiden of reageren).
Met pijlen geef je de stofstromen door: links beginstoffen, rechts eindproduct.
Boven de blokken staan de toegevoegde stoffen, onder de blokken de bijproducten.