1kgt - h1 Taalverzorging (ww)

Welkom - Nederlands 1kgt
Deze les doorloop je zelfstandig.
Stel je vragen in de chat (daarvoor klik je op de link die ik je gemaild heb) of in de volgende les. 

Nodig: je laptop + oortjes
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Welkom - Nederlands 1kgt
Deze les doorloop je zelfstandig.
Stel je vragen in de chat (daarvoor klik je op de link die ik je gemaild heb) of in de volgende les. 

Nodig: je laptop + oortjes

Slide 1 - Diapositive

Deze les

 * Afsluiting woordenschat

* Starten met Taalverzorging
Lesdoelen:
1.
Je weet welke onderdelen bij taalverzorging aan bod komen.

2. Je kunt werkwoorden herkennen.

Slide 2 - Diapositive

Afsluiting woordenschat
Beantwoord de twee vragen op de volgende dia's

Slide 3 - Diapositive

Geef twee woorden die een synoniem zijn van elkaar.

Slide 4 - Carte mentale

Heb je een vraag nav het huiswerk? Iets dat je niet begreep of niet is gelukt?

Slide 5 - Question ouverte

Nieuw onderdeel: Taalverzorging

Wat doet deze meneer?

Slide 6 - Diapositive

Wat doet de meneer?
A
Hij verzorgt de bloemen
B
Hij verzorgt woorden

Slide 7 - Quiz

Wat zou daarmee bedoelt worden? Dat hij de woorden verzorgt?
A
Dat als je taal gebruikt, je er aandacht aan geeft
B
Dat als je taal gebruikt, je water moet drinken

Slide 8 - Quiz

Wat zou er bedoelt worden met 'aandacht geven aan je taal'?

Slide 9 - Carte mentale

Taalverzorging betekent:

  1. Zinnen netjes formuleren
  2. Woorden juist spellen
  3. Geen fouten in de grammatica
  4. Juist gebruik van leestekens

Slide 10 - Diapositive

Test wat je al weet over de vier verschillende onderdelen van Taalverzorging!



> Grammatica <
> Spelling <
> Formuleren <
> Leestekens <

Slide 11 - Diapositive

Op welke gebied loopt het mis in deze zin:
''Vanmiddag kwam Fred te laat tuis.''
A
Formuleren
B
Spelling
C
Grammatica
D
Leestekens

Slide 12 - Quiz

SPELLING
thuis --> thuis

Slide 13 - Diapositive

Op welke gebied loopt het mis in deze zin:
''Hem kwam helemaal vies op school.''
A
Formuleren
B
Spelling
C
Grammatica
D
Leestekens

Slide 14 - Quiz

FORMULEREN
Verwijswoord 'hem' --> 'hij'

Hij kwam helemaal vies op school.

Slide 15 - Diapositive

Op welke gebied loopt het mis in deze zin:
"Gaat Koen huilend naar papa."
A
Formuleren
B
Spelling
C
Grammatica
D
Leestekens

Slide 16 - Quiz

LEESTEKENS
Het is een vraagzin --> ? ontbreekt

Gaat koen huilend naar papa?

Slide 17 - Diapositive

Op welke gebied loopt het mis in deze zin:
"De tafel stonden vol met boeken."
A
Formuleren
B
Spelling
C
Grammatica
D
Leestekens

Slide 18 - Quiz

GRAMMATICA
De tafel = enkelvoud --> stond moet enkelvoud zijn

De tafel stond vol met boeken
OF
De tafels stonden vol met boeken.

Slide 19 - Diapositive

Op welke gebied loopt het mis in deze zin:
''De kast dat daar staat''
A
Formuleren
B
Spelling
C
Grammatica
D
Leestekens

Slide 20 - Quiz

FORMULEREN
Dat --> die 

De kast die daar staat

Slide 21 - Diapositive

Start Taalverzorging h1

> WERKWOORDEN

Slide 22 - Diapositive

Zoekplaatje
Noem vijf dingen die iemand doet!

Slide 23 - Diapositive

Noem 5 dingen die iemand doet in het vorige plaatje.

Slide 24 - Question ouverte

Aan de slag
1. Ga naar Nieuw Nederlands
2. Klik op H1 
3. Klik op Taalverzorging (Werkwoorden)
4. Bekijk de uitlegvideo 
5. Maak opdracht 1 t/m 5
6. Als je klaar bent, ga je weer verder in deze LessonUp.

Succes!

Slide 25 - Diapositive

Doel behaald? Vertel wat taalverzorging is ..

Slide 26 - Question ouverte

Welke onderdelen horen bij Taalverzorging?

Slide 27 - Question ouverte

Doel behaald? Welke woorden zijn werkwoorden? Lopen -racen - tussen - moeten - kado - telefoon - telefoneren

Slide 28 - Question ouverte





Voor het meedoen! Doei doei!

Slide 29 - Diapositive